Figure 43. Koedetectiegebied
TESTEN EN AFSTELLEN
Voor het instellen van het koedetectiegebied (zie afbeelding 43 op
pagina 8-11):
1.
Draai de detectieafstandsregelaar (4) (zie afbeelding 44 op pagina
8-12) geheel linksom met de schroevendraaier tot de minimale
detectieafstand (I)(zie afbeelding 45 op pagina 8-13).
2.
Plaats een matzwart voorwerp op ongeveer 120 cm boven de
grond.
3.
Draai de detectieafstandsregelaar (4) langzaam rechtsom met de
schroevendraaier tot de detectie-led (1) gaat branden en de
stabiliteits-led (3) dooft.
4.
Markeer de positie (A) (zie afbeelding 45 op pagina 8-13) op de
indicator van de regelaar (II).
5.
Verwijder het voorwerp.
6.
Draai de detectieafstandsregelaar (4) (zie afbeelding 44 op pagina
8-12) langzaam verder rechtsom met de schroevendraaier tot de
detectie-led (1) weer gaat branden (de vloer wordt gescand of de
maximale detectieafstand is bereikt).
7.
Markeer de positie (B) (zie afbeelding 45 op pagina 8-13) op de
indicator van de regelaar (III).
8.
Draai de detectieafstandsregelaar (4) (zie afbeelding 44 op pagina
8-12) linksom met de schroevendraaier tot de indicator van de
regelaar zich precies in het midden van de posities A en B bevindt
(IV).
8-11