HOE EEN IFIT-KAART TE GEBRUIKEN
De sleutel volledig in het bedieningspaneel ste-
1
ken.
Zie HOE DE STROOM IN TE SCHAKELEN op pa-
gina 15.
U kunt de instellingen van het bedieningspa-
2
neel bijstellen als u dat wilt.
Raadpleeg HOE DE INSTELLING VAN HET BE-
DIENINGSPANEEL TE PERSONALISEREN op
pagina 15.
Steek een iFIT-kaart in het bedieningspaneel en
3
selecteer een programma.
Om een iFIT-programma te gebruiken, steek een
iFIT-kaart in het iFIT-slot; zorg ervoor dat u de iFIT-
kaart goed vasthoudt, met de metalen contactpun-
ten naar boven, voordat u de geheugenkaart in het
iFIT-slot steekt.
iFIT-kaart
Selecteer dan een iFIT-programma door op de om-
hoog- en omlaagtoetsen voor Gegevensinvoer te
drukken. Als u een iFIT-programma hebt geselec-
teerd, dan zullen de naam van het programma, het
maximale hellingsniveau, de maximale snelheid
van het programma en de programmaduur op de
display verschijnen. Daarnaast wordt een profiel
van de snelheidsinstellingen weergegeven.
Elk iFIT-programma is onderverdeeld in verschil-
lende segmenten van één minuut. Ieder segment
heeft één instelling voor de helling en voor de snel-
heid. Opmerking: dezelfde snelheid en/of helling in-
stelling(en) kan/kunnen voor twee of meerdere op-
eenvolgende segmenten worden geprogrammeerd.
4
5
iFIT-slot
6
7
25
Druk op de Start-toets om het programma te
laten beginnen.
Even nadat u op de toets drukt zal de loopband au-
tomatisch de eerste snelheid en hellingstand van
het programma instellen. Houdt u vast aan de
handleuningen en begin te oefenen.
Selecteer een displayweergave en volg uw vor-
deringen op de display en de intensiteitniveau-
balk.
Als u een iFIT-programma hebt geselecteerd, dan
kunt u kiezen tussen drie displayweergaven (zie
stap 6 op pagina 19). Druk herhaaldelijk op de DIS-
PLAY-toets om de gewenste displayweergave te
kiezen. Als u de eerste of de tweede weergave
kiest, dan zal een profiel van de snelheidsinstellin-
gen van het programma op de display verschijnen.
Een pijltje onderaan het profiel zal uw vorderingen
aangeven.
Tijdens het programma, zal een persoonlijke trai-
ner u helpen bij uw oefening. U kunt het volume bij-
stellen door op de Volumetoetsen te drukken of u
kunt de audio-instellingen selecteren voor uw per-
soonlijke trainer (raadpleeg stap 4 op pagina 15 en
16).
U kunt wanneer de snelheids- of de hellingsinstel-
ling op enig moment tijdens het programma te
hoog of te laag is deze handmatig bijstellen door
op de Snelheids of Hellingstoetsen te drukken. Hoe
de loopband dan ook zal wanneer het volgend seg-
ment van het programma start automatisch de
snelheid en de helling voor het volgende segment
instellen.
Druk op de Stop toets van het bedieningspaneel
wanneer u de loopband wilt stoppen. Om het pro-
gramma opnieuw te starten, druk op de Start-toets.
De loopband zal met een snelheid van 2 km/h be-
ginnen te draaien. De loopband zal wanneer het
volgend segment van het programma begint auto-
matisch de snelheid en de helling van het volgende
segment instellen.
Zet desgewenst de ventilatoren aan.
Zie stap 8 op pagina 18.
Haal de sleutel uit het bedieningspaneel wan-
neer u stopt met uw oefening.
Zie stap 8 op pagina 20.
OPGELET: Verwijder de iFIT-kaarten altijd uit
het iFIT-slot als u ze niet gebruikt.