HOE DE STROOM IN TE SHAKELEN
De stekker in het stop-
1
contact steken (zie pa-
gina 13). Zoek naar de
aan/uit knop bij het
snoer van de loopband.
Plaamts de aan/uit
knop in de aan positie.
Ga op de voetenkussentjes van de loopband
2
staan. Zoek naar de klip die aan de sleutel vast zit
(zie tekening op pagina 14) en maak de klip aan de
tailleband van uw kleding vast. Steek vervolgens
de sleutel in het bedieningspaneel. De display zal
oplichten. Belangrijk: Bij een noodsituatie kunt
u aan de sleutel van het bedieningspaneel trek-
ken, zodat de loopband vertraagt en tot stil-
stand komt. Test de clip door voorzichtig een
paar stappen achteruit te zetten totdat de sleu-
tel uit het bedieningspaneel wordt getrokken.
Als de sleutel niet uit het bedieningspaneel
komt, stel dan de lengte van de clip bij.
HOE DE INSTELLINGEN VAN HET BEDIENING-
SPANEEL TE PERSONALISEREN
Voor de instellingen van het bedieningspaneel bestaat
er een gebruikersmodus zodat u een naam aan de ver-
schillende gebruikers kunt geven: Gebruiker 1 of
Gebruiker 2. U kunt ook uw oefengeschiedenis bekijken
en persoonlijke gegevens invoeren voordat u begint met
uw oefening.
Op het bedieningspaneel kunt u ook kiezen welke mee-
teenheid u zult gebruiken bij het instellen van het oefen-
toestel. U kunt de demonstratie in- en uitschakelen, de
audio-instellingen regelen, het volume bijstellen, het
contrastniveau van het bedieningspaneel kiezen en het
welkomstscherm in- of uitschakelen.
Volg de stappen hieronder om de instellingen van het
bedieningspaneel bij te stellen.
Selecteer de gebruikersmodus.
1
Om de gebruikersmodus te selecteren, druk op de
Gebruikerstoets [USERS]. In het bedieningspaneel
kunnen gegevens over de oefengeschiedenis van
twee verschillende gebruikers worden opgeslagen.
Reset
Positie
15
Als de Gebruikerstoets wordt ingedrukt, verschij-
nen de woorden USER 1 SELECTED (gebruiker 1
geselecteerd) of USER 2 SELECTED (gebruiker 2
geselecteerd) op de display. Om te kiezen tussen
Gebruiker 1 en 2, druk één of twee keer op de
Gebruikerstoets.
Belangrijk: Om de opties van het menu te doen
oplichten, druk op de Omhoog- en omlaagtoets
voor Gegevensinvoer [DATA ENTRY].
Bekijk uw oefengeschiedenis als u dat wilt.
2
Op de display wordt het totaal aantal mijlen of kilo-
meters [TOTAL DISTANCE] dat u op de loopband
hebt gewandeld, getoond, samen met het totaal
aantal uur [TOTAL TIME] dat u de loopband hebt
gebruikt en het totaal aantal calorieën [TOTAL CA-
LORIES] dat de gebruiker hebt verbrand.
Om de opgeslagen waarden te resetten, kies eerst
het totaal aantal dat u wilt resetten en druk dan op
de ENTER-toets. Kies dan NO (neen) of YES (ja)
en druk op de ENTER-toets.
Voer de gegevens van de gebruiker in.
3
Klik op de woorden USER WEIGHT (gewicht van
de gebruiker) en druk op de ENTER-toets. Druk
dan op de omhoog- en omlaagtoetsen voor
Gegevensinvoer om uw gewicht aan te geven.
Druk vervolgens op de ENTER-toets.
Als u een maximale doelhartslag wilt invoeren
(raadpleeg HOE EEN CARDIOPROGRAMMA TE
GEBRUIKEN op pagina 23), klik eerst op MAX
HEART RATE (max. hartslag) en druk dan op
ENTER-toets. Druk dan op de omhoog- en om-
laagtoetsen voor Gegevensinvoer om uw maximale
doelhartslag aan te geven. Druk vervolgens op de
ENTER-toets.
Om de gebruikersmodus te verlaten, klik op de
START-toets en druk dan op de ENTER-toets.
Selecteer de instellingenmodus.
4
Om de instellingenmodus te selecteren, verwijder
eerst de sleutel van het bedieningspaneel. Houd
dan de Stop-toets ingedrukt als u de sleutel in het
bedieningspaneel steekt.