Als de instellingenmodus is geselecteerd, zal op
de display het woord ENGLISH (engels) of ME-
TRIC (metriek) verschijnen om aan te geven welk
meetsysteem u hebt gekozen. Om het meetsys-
teem te veranderen, klik eerst op UNITS (eenhe-
den) en druk op de ENTER-toets. Druk dan op de
omhoog- en omlaagtoetsen voor Gegevensin-voer
om de gewenste meeteenheid te kiezen. Druk ver-
volgens op de ENTER-toets.
Op de display verschijnen ook de woorden DEMO
MODE (Demonstratiemodus) en de huidige instel-
lingen: OFF, LOGO, ROAD, of PROGRAMS. De
"demonstratiemodus" kan worden gebruikt als de
loopband in een winkel wordt tentoongesteld.
Tijdens de demonstratiemodus, moet het toestel
aangesloten zijn, de sleutel kan verwijderd worden
en de display zal blijven branden. De toetsen van
het bedieningspaneel zullen niet werken. Om de
demonstratiemodus te kiezen, klik op DEMO
MODE. Druk dan bij de omhoog- en omlaagtoet-
sen voor Gegevensinvoer op OFF (uit – om de de-
monstratiemodus uit te schakelen), LOGO (om het
logotype weer te geven), ROAD (weg – om een
hardloper op een weg weer te geven) of PRO-
GRAMS (programma's – om een voorvertoning
van de verschillende programma's weer te geven).
Druk vervolgens op de ENTER-toets.
U kunt een audio-instelling kiezen, als u dat wilt.
Als u een iFIT-kaart gebruikt, kan een persoonlijke
trainer u raad geven bij de oefensessies en u
meer informatie geven over nieuwe iFIT-kaarten
door INSTRUCTION (instructie) te selecteren als
audio-instelling [AUDIO TRAINER]. Als u de
"Aan"-instelling [ON] kiest, dan zal uw persoonlijke
trainer u helpen bij uw iFIT-oefensessies. Als u
OFF (uit) kiest, dan zult u geen audiobegeleiding
horen bij uw oefensessies. Om de audio-instellin-
gen te wijzigen, klik eerst op AUDIO TRAINER en
druk dan op de ENTER-toets. Druk daarna op de
omhoog- en omlaagtoetsen voor Gegevensinvoer
om de gewenste audio-instellingen te kiezen.
Druk vervolgens op de ENTER-toets.
U kunt ook het contrastniveau van de display bij-
stellen. Om het contrastniveau van de display bij
te stellen, klik eerst op CONTRAST en druk dan
op de ENTER-toets. Druk op de omhoog- en om-
laagtoetsen voor Gegevensinvoer om het ge-
wenste contrastniveau te kiezen. Druk vervolgens
op de ENTER-toets.
Het bedieningspaneel kan ook een welkomstbe-
richt weergeven telkens als u de sleutel in het be-
dieningspaneel steekt. Klik op WELCOME
SCREEN (welkomstscherm) en druk op de
ENTER-toets. Druk dan op de omhoog- en om-
laagtoetsen voor Gegevensinvoer om ON (aan) of
OFF (uit) te selecteren en druk op de ENTER-
toets.
Opmerking: Als u op de Stroomtoets drukt in de
instellingen-modus, dan wordt de televisie-instel-
lingen-modus geselecteerd (raadpleeg HOE DE
TELEVISIE-INSTELLINGEN-MODUS TE GE-
BRUIKEN op pagina 26).
Als u klaar bent met het invoeren van de in-
5
stellingen, verwijder de sleutel.
Om de instellingenmodus te verlaten, moet u de
sleutel uit het bedieningspaneel verwijderen.
16