4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon
De AF mode selecteren
Toepasbare modi:
Op deze manier kunt u de focusmethode gebruiken die bij de
posities en het aantal te selecteren onderwerpen past.
1
Druk op [
2
Druk op 2/1 om de AF mode te selecteren
en druk vervolgens op [MENU/SET].
([Gezicht/ogen
detecteren])
([Tracking])
([49-zone])
, enz.
([Voorkeur multi])
([1-zone])
([Spot])
• In de Intelligent Auto modus en de Intelligent Auto Plus modus kunt u naar [š] of [
schakelen.
] (2).
De camera detecteert automatisch de gezichten en
ogen van personen. De camera stelt scherp op het
oog dat zich het dichtst bij de camera bevindt en
stemt de belichting af op het gezicht (als
[Meetfunctie] is ingesteld op [
De camera blijft de scherpstelling en de belichting
automatisch aanpassen om het gespecificeerde
bewegende object te volgen. (Dynamic Tracking)
(Wanneer [Meetfunctie] op [
Er kunnen tot 49 AF-zones scherp gesteld worden.
Dit is zelfs werkzaam als een onderwerp zich niet in
het midden van het scherm bevindt.
U kunt uit de 49 AF-zones de optimale vorm van de
AF-zone voor het onderwerp vrij instellen.
Het toestel stelt scherp op het onderwerp in de
AF-zone op het scherm.
U kunt een preciezere focus verkrijgen op een punt
dat kleiner is dan [Ø].
Als u de sluiterknop tot halverwege indrukt zal het
scherm waarop u de scherpstelling kunt controleren
vergroot worden.
]).
(P98)
] gezet is)
(P98)
(P99)
97
]