4.
Instellingen van focus, helderheid
(belichting) en kleurtoon
AF gebruiken
AF (Auto Focus) betekent automatisch scherpstelling.
Selecteer de focusmodus en de Af mode die geschikt is voor het onderwerp en de scène.
1
Zet de hendel van de focusmodus op [AFS/
AFF] of [AFC].
• De Focusmodus zal ingesteld worden.
2
Druk op [
3
Druk op 2/1 om de AF-modus te selecteren
en druk vervolgens op [MENU/SET].
• De AF mode zal ingesteld worden.
4
Druk de sluiterknop tot halverwege in.
• AF zal geactiveerd worden.
Focus
Aanduiding voor de
scherpstelling A
AF-zone B
Geluid
• De brandpuntaanduiding wordt als [
scherpstellen kan langer duren dan normaal.
• Als de camera sterren in de nachthemel detecteert na de weergave van [
Starlight AF geactiveerd worden. Als de scherpstelling verkregen wordt, zullen de
focusaanduiding [
AF kan geen detectie op de randen van het beeldscherm uitvoeren)
] (2).
(P97)
Wanneer er scherpgesteld
] en de scherp gestelde AF-zones weergegeven worden. (Starlight
STAR
(P95)
is op het object
Aan
Groen
Biept 2 keer
] in een donkere omgeving weergegeven en het
LOW
93
Wanneer er niet
scherpgesteld is op het object
Knippert
—
—
], zal
LOW