6. Stabilisator, zoom en flitser
Beeldstabilisatie-instellingen
Toepasbare modi:
Stel de beweging van de beeldstabilisatie in om bij de opnamesituatie te passen.
• Als u een onderling verwisselbare lens met O.I.S.-schakelaar gebruikt (zoals H-FSA14140),
wordt de stabilisatorfunctie gebruikt als de O.I.S.-schakelaar van de lens op [ON] gezet is. (Op
het moment van aankoop is [
>
[Opname]/
MENU
[
(Normaal)
[Bedieningsstand]
[
(Panning)
[OFF]
Tijdens het opnemen van een film wordt jitter gecorrigeerd langs de verticale
en horizontale as en langs die van verdraaiing, helling en kanteling met
gebruik van de In-Lens Beeldstabilisator, de In-Body Beeldstabilisator en de
[E-stabilisatie
Elektronische Beeldstabilisator (Hybride Beeldstabilisator met 5 assen).
(Video)]
[ON]/[OFF]
• De gezichtshoek kan smaller worden als dit op [ON] gezet is.
] ingesteld.)
[Bewegend beeld] > [Stabilisatie]
Het schudden van de camera is correct
voor op/neer, links/rechts en
]
draaibewegingen.
Toestel schudden wordt gecorrigeerd voor
op/neerbewegingen.
Deze functie is ideaal voor panning (een
]
methode voor het maken van opnamen
waarbij het toestel gedraaid wordt om de
bewegingen te volgen van een onderwerp dat blijft bewegen in
een vaste richting).
[Stabilisatie] werkt niet. ([
• Als een lens met een O.I.S.-schakelaar gebruikt wordt, zet de
schakelaar dan op [OFF].
])
150