10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie
Afbeeldingen versturen van camera
∫
De beelden kunnen na te zijn opgenomen geselecteerd en verstuurd worden.
[Enkelvoudig select.] instelling
1
Selecteer de opname.
2
Selecteer [Inst.].
[Multi selecteren] instelling
1
Selecteer de opname. (herhalen)
• De instelling wordt gewist als het beeld opnieuw
geselecteerd wordt.
2
Selecteer [Uitvoer.].
• Selecteer [Exit] om de verbinding te sluiten.
In deze gevallen niet beschikbaar:
• De beelden die opgenomen zijn met een ander apparaat en de beelden die gewijzigd of
bewerkt zijn op een PC, worden mogelijk niet verzonden.
Instellingen voor het verzenden van beelden
∫
Door op [DISP.] te drukken nadat een verbinding tot stand gebracht is, kunt u de
instellingen voor het versturen veranderen, zoals de beeldgrootte voor het versturen.
[Grootte]
[Bestandsindeling]
(Bestemming:
[Smartphone], [PC])
[Locatiegeg. wissen]
(Bestemming:
[Cloud-synchr. service],
[Webservice])
[Cloudbeperking]
(Bestemming:
[Cloud-synchr. service])
Grootte aanpassen van het te versturen beeld.
[Origineel]/[Automatisch]/[Wijzig] ([M], [S] of [VGA])
• U kunt dit op [Automatisch] zetten als de bestemming [Webservice]
is.
Het verandert de beeldgrootte al naargelang de status van de
bestemming.
[JPG]/[RAWiJPG]/[RAW]
Verwijdert de locatie-informatie van beelden voordat die verzonden
worden.
[ON]/[OFF]
Stelt de handeling in die uitgevoerd moet worden als de Cloudmap
geen ruimte meer over heeft.
[ON]:
Beelden niet versturen.
[OFF]:
Wis beelden vanaf de oudste, stuur vervolgens nieuwe
beelden.
279