4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon
5
Druk de sluiterknop tot halverwege in.
• U kunt dezelfde handeling ook uitvoeren door op [MENU/SET] te drukken.
• Als u het beeld vergroot heeft door aan de focusring te draaien, of door de focushendel
te bewegen, zal het hulpscherm ongeveer 10 seconden na die handeling dicht gaan.
• Het kan zijn dat MF Assist of MF-gids niet weergegeven worden, afhankelijk van de gebruikte
lens. Om MF Assist weer te geven, gebruikt u het touch scherm of de knoppen om de camera
rechtstreeks te bedienen.
• Als [Focusoversch. vr Ver./ Hor.] in het [Voorkeuze] ([Focus / Sluiter Losl.])-menu
ingeschakeld is, kunt u de positie van de vergrote weergave van MF Assist voor iedere
richting van de camera instellen.
• Het referentieteken van de focusafstand A is een merkteken dat
gebruikt wordt om de focusafstand te meten.
Gebruik dit bij het opnemen van foto's met MF of bij het maken van
close-ups.
Snel scherpstellen met gebruik van AF
Door [
] aan te raken.
AF
• AF werkt in het midden van het frame.
• AF werkt ook met de volgende handelingen.
– Door op de [AF/AE LOCK] te drukken waaraan [AF-ON]
toegekend is
(P110)
– Door op de Fn-knop te drukken waaraan [AF AAN] toegekend
is
(P60)
– Door verslepen van de monitor en het loslaten van uw vinger
op het punt waarop u wilt scherpstellen
• Deze functie is niet beschikbaar als [4K Live Bijsnijden] ingesteld is.
109
AF