10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie
Verbinding met Wi-Fi maken door eerder opgeslagen instellingen te
gebruiken
De historie van de Wi-Fi-verbinding wordt opgeslagen in Historie als de Wi-Fi-functie
gebruikt wordt. Door verbinding te maken vanuit de Historie kunt u gemakkelijk verbinding
maken met dezelfde Wi-Fi-instellingen die eerder gebruikt werden.
• Als de instellingen van het apparaat waarmee verbinding gemaakt wordt veranderd zijn, is het
misschien niet mogelijk verbinding met het apparaat te maken.
1
Selecteer het menu.
>
MENU
[Selecteer doelapparaat
uit geschiedenis]
[Selecteer doelapparaat
uit favorieten]
2
Selecteer het item.
• U kunt de details van de verbinding ook weergeven door op [DISP.] te drukken.
In Favorieten registreren
∫
1 Selecteer het menu.
>
[Set-up] > [Wi-Fi] > [Wi-Fi-functie] >
MENU
[Selecteer doelapparaat uit geschiedenis]
2 Selecteer het item dat u wilt registreren en druk op 1.
3 Voer een registratienaam in.
• Raadpleeg
P64
• Er kunnen maximaal 30 karakters ingevoerd worden (een karakter van twee byte wordt als
twee karakters beschouwd).
[Set-up] > [Wi-Fi] > [Wi-Fi-functie]
Maakt verbinding met de eerder gebruikte instellingen.
Maakt verbinding met de instellingen die als favorieten
geregistreerd zijn.
voor informatie over hoe lettertekens ingevoerd moeten worden.
296