Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Gebruik Van Een Frequentie-Omvormer; Leidingen; Algemene Voorzorgsmaatregelen - Grundfos HS Series Installatie- En Bedieningsinstructies

Inhoudsopgave

Advertenties

3.2.1 Gebruik van een frequentie-omvormer

U kunt alle driefasenmotoren aansluiten op een fre-
quentie-omvormer.
Frequentie geregeld bedrijf stelt de isolatie van de
motorwikkelingen vaak bloot aan zwaardere belas-
ting en kan er toe leiden dat de motor luidruchtiger is
dan normaal, door wervelstromen veroorzaakt door
spanningspieken.
Als u niet zeker weet of de motor frequen-
tiegeregeld bedrijf aan kan, neem dan con-
tact op met de leverancier van de motor.
Bovendien worden grote motoren die worden aange-
dreven via een frequentie-omvormer, belast met
stromen door de lagers.
Controleer de volgende bedrijfscondities als de
pomp wordt bedreven via een frequentie-omvormer:
Bedrijfs-
Actie
condities
2-, 4- en
Controleer of een van de motor-
6-polige moto-
lagers elektrisch geïsoleerd is.
ren van 45 kW
Neem contact op met Grundfos.
en meer
Geluidsgevoe-
Monteer een dU/dt-filter tussen
lige toepassin-
motor en frequentie-omvormer.
gen
Dit reduceert de spanningspie-
ken en dus ook het geluid.
Vooral geluids-
Monteer een sinusfilter.
gevoelige toe-
passingen
Kabellengte
Monteer een kabel die voldoet
aan de specificaties van de
leverancier van de frequen-
tie-omvormer. De lengte van de
kabel tussen motor en frequen-
tie-omvormer beïnvloedt de
motorbelasting.
Voedingsspan-
Controleer of de motor geschikt
ning tot 500 V
is voor frequentie-omvormers.
Voedingsspan-
Monteer een dU/dt-filter. Dit
ning tussen 500
reduceert de spanningspie-
V en 690 V
ken en dus ook het geluid.
Of zorg ervoor dat de motor
een verstevigde isolatie
heeft.
Voedingsspan-
Monteer een dU/dt-filter.
ning van 690 V
Zorg ervoor dat de motor
en hoger
een verstevigde isolatie
heeft.

3.3 Leidingen

Beschermende afdekkingen zijn op de
zuig- en persopeningen aangebracht om
te voorkomen dat voorwerpen van buitenaf
de pomp binnenkomen tijdens transport en
installatie. Verwijder deze afdekkingen van
de pomp voordat u leidingen aansluit.
Zuig- en persleiding
Om wrijvingsverliezen en hydraulische geluiden in
de leidingen te minimaliseren, kiest u een leiding die
één of twee maten groter is dan de zuig- en persope-
ningen van de pomp. Stroomsnelheden dienen
typisch niet groter te zijn dan 2 m/s (6 ft/sec) voor de
aanzuigleiding (opening) en 3 m/s (9 ft/sec) voor de
persleiding (opening).
Zorg dat de beschikbare NPSH (NPSHA) groter is
dan de vereiste NPSH (NPSHR). NPSH = Net Posi-
tive Suction Head (netto positieve zuighoogte).

3.3.1 Algemene voorzorgsmaatregelen

Houd de volgende voorzorgsmaatregelen in acht bij
het installeren van de leidingen:
1. Laat de leidingen altijd rechtstreeks naar de
pomp lopen.
2. Beweeg de pomp niet naar de leidingen toe. Dit
zou de uiteindelijke uitlijning onmogelijk kunnen
maken en spanning veroorzaken in pompflenzen
en leidingen.
Zorg dat zowel de zuig- als persleiding
onafhankelijk wordt ondersteund nabij de
pomp, zodat geen belasting op de pomp
wordt overgebracht wanneer u de flens-
bouten aandraait. Gebruik leidingbeugels
of andere ondersteunende middelen met
voldoende tussenruimte om ondersteuning
te geven.
3. Als u expansiekoppelingen gebruikt in het leidin-
gensysteem, brengt u de koppelingen aan op een
minimale afstand van 2 x de leidingdiameter
vanaf de pompflens aan de zuigzijde. Dit voor-
komt turbulentie in de koppelingen en zorgt voor
optimale zuigeigenschappen.
4. Installeer de leidingen zo recht mogelijk en ver-
mijd onnodige bochten. Gebruik indien nodig
montagestukken van 45 ° of 90 ° (met grote
bocht) om wrijvingsverliezen te verminderen.
5. Zorg dat alle leidingkoppelingen goed sluitend
zijn.
6. Als u flenskoppelingen gebruikt, moet u ervoor
zorgen dat binnendiameters goed overeenko-
men.
7. Verwijder bramen en scherpe randen bij het
maken van de verbindingen.
8. Zorg dat de leidingen geen spanning of belasting
op de pomp veroorzaken.
9. De expansiekoppelingen moeten aan beide zij-
den van de pomp aangebracht worden.
10. Zorg dat er voldoende ruimte en toegankelijkheid
is voor onderhoud en inspectie.
7

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave