1. Hijs of til het basisframe op tot het uiteindelijke
niveau 19-32 mm boven de betonnen fundering
en ondersteun het basisframe met blokken en
vulstukken bij de funderingsbouten en midden
tussen de bouten. Zie afb. 3.
2. Maak de funderingsplaat waterpas door vulstuk-
ken onder de funderingsplaat toe te voegen of te
verwijderen. Zie afb. 3.
3. Maak de moeren van de funderingsbout vast
tegen de funderingsplaat. Zorg dat de leidingen
tegen de pompflenzen kan worden uitgelijnd zon-
der dat er spanning op de leidingen of flenzen
komt te staan.
Voor-uitlijning
GEVAAR
Elektrische schok
Dood of ernstig persoonlijk letsel
- Voordat u met werkzaamheden aan de
pomp begint, dient u er zeker van te zijn
dat de voedingsspanning is uitgescha-
keld en niet per ongeluk kan worden
ingeschakeld.
De pomp en de motor zijn in de fabriek voor-uitge-
lijnd op de funderingsplaat. Tijdens transport kan
enige vervorming van de voetplaat optreden en het
is daarom essentieel om voorafgaand aan het aan-
vullen met cementspecie de uitlijning ter plekke van
de opstelling te controleren.
Onnauwkeurige uitlijning resulteert in trillingen en
buitensporige slijtage van de lagers, as en slijtrin-
gen.
Lijn alleen de motor uit, aangezien span-
ning in de leidingen zal optreden als de
pomp wordt verschoven.
Lijn de motor uit door vulstukken met verschillende
diktes onder de motor te plaatsen. Vervang zo moge-
lijk meerdere dunne vulstukken door één dikke.
De procedure voor de voor-uitlijning omvat vier stap-
pen:
1. Controle van de ruimte tussen de koppeling
Controleer dat de ruimte tussen de helften van de
koppeling gelijk is aan de waarden in de tabel en dat
de spiesleuven 180 ° gedraaid zijn.
Voor een koppeling
met een buitendiame-
ter van ∅ [mm]
∅90-213
∅251-270
∅306-757
Ruimte tussen de kop-
peling [mm]
Nominaal
Tolerantie
3,2
0/-1
4,8
0/-1
6,4
0/-1
2. Controle van 'soft foot' voor pomp en motor
Een pomp of motor met een 'soft foot' is te vergelij-
ken met het zitten aan een tafel en ontdekken dat de
tafel wiebelt wanneer iemand er op leunt. Technisch
gesproken is het een omstandigheid waarbij de
pomp- of motorvoeten zich niet op hetzelfde niveau
bevinden als de voetplaat.
Voor controle van 'soft foot' plaatst u de pomp of
motor op de voetplaat en bevestigt u deze met bou-
ten. Plaats een meetklokje op één voet, draai de
aandrukbout los en kijk naar het meetklokje. Als het
meetklokje beweegt tijdens het losdraaien van de
bout, heeft de pomp of motor 'soft foot'. De beweging
die wordt gemeten door het meetklokje geeft aan
hoeveel vulstukken nodig zijn om de pomp of motor
waterpas te krijgen. Herhaal deze procedure voor
alle vier hoeken.
Wanneer de pomp al lang geleden geïnstalleerd is,
kan de spanning door 'soft foot' op het pomphuis per-
manente vervorming van dit pomphuis veroorzaken.
3. Controle van parallelle uitlijning
Plaats een meetlat langs beide koppelingsranden
aan de bovenzijde, de onderzijde en beide zijkanten.
Zie afb. 4. Controleer de uitlijning opnieuw na elke
aanpassing. Parallelle uitlijning is correct wanneer
de metingen laten zien dat alle punten van de koppe-
lingsvlakken binnen ± 0,2 mm van elkaar gepositio-
neerd zijn.
Verticaal
Afb. 4
Controle van parallelle uitlijning
4. Controle van hoekuitlijning
Plaats een binnenpasser of een conusvormige meter
op vier punten met intervallen van 90 ° rond de kop-
peling. Zie afb. 5. Hoekuitlijning is correct wanneer
de metingen laten zien dat alle punten van de koppe-
lingsvlakken binnen ± 0,2 mm van elkaar gepositio-
neerd zijn.
Verticaal
Afb. 5
Controle van hoekuitlijning
Controleer de ruimte tussen de koppelingen opnieuw
en draai de instelschroeven aan de koppelingen
vast.
Horizontaal
Horizontaal
5