3.1.3 Trillingsdempers
Trillingsdempers kunnen nodig zijn om te voorkomen
dat pomptrillingen worden doorgegeven aan het
gebouw of de leidingen. Om de juiste trillingsdemper
te kunnen kiezen, heeft u de volgende informatie
nodig:
•
Krachten overgebracht door de demper.
•
Toerental van de motor. Houd rekening met het
toerental van de motor in het geval van snel-
heidsregeling.
•
Benodigde demping in %. De aanbevolen waarde
is 70 %.
De keuze van trillingsdempers verschilt van installa-
tie tot installatie. Een verkeerde demper kan in som-
mige gevallen de trillingen vergroten. Trillingsdem-
pers dienen daarom op maat te worden geleverd
door de leverancier van de trillingsdempers.
3.1.4 Expansiekoppelingen
Expansiekoppelingen hebben de volgende voorde-
len:
•
absorptie van thermische uitzetting en krimp van
leidingen, veroorzaakt door wisselende vloeistof-
temperatuur.
•
vermindering van mechanische invloeden door
drukgolven in de leidingen
•
isolatie van door de constructie veroorzaakte
geluiden in de leidingen (geldt alleen voor rubbe-
ren balgexpansiekoppelingen).
Expansiekoppelingen mogen niet gebruikt
worden om onjuistheden in de leidingen op
te lossen, zoals afwijking van het middel-
punt of onjuiste uitlijning van flenzen.
Monteer de expansiekoppelingen op een minimale
afstand van 2 x de leidingdiameter (DN) vanaf de
pompflens aan de zuigzijde. Dit voorkomt turbulentie
in de expansiekoppelingen, wat resulteert in opti-
male zuigomstandigheden en een minimale drukval
aan de perszijde.
Bij stroomsnelheden van meer dan 2,4 m/s advise-
ren wij u grotere expansiekoppelingen te monteren
die passen bij de leidingen.
3.1.5 Procedure voor fundering en voor-uitlijning
De procedure voor de fundering en de voor-uitlijning
omvat vier stappen:
1. gieten van de fundering
2. stellen van het basisframe
3. voor-uitlijning
4. aanvullen met cementspecie.
4
Gieten van de fundering
We adviseren de volgende procedure voor een
goede fundering:
1. Giet de fundering zonder onderbrekingen tot
19-32 mm onder het uiteindelijke niveau. Gebruik
trilapparaten om het beton gelijkmatig te verde-
len. Het bovenoppervlak dient goed ingekrast en
gegroefd te zijn voordat het beton uithardt. Hier-
door kan de cementspecie later goed aan het
beton hechten.
2. Plaats funderingsbouten in het beton zoals aan-
gegeven in afb. 2. Zorg dat de bouten lang
genoeg zijn om door de cementspecie, vulstuk-
ken, het onderste deel van de funderingsplaat,
moeren en sluitringen te kunnen steken.
Boutlengte
boven
basisframe
Dikte van
basisframe
19 tot 32 mm
ruimte voor
cementspecie
Sluitring
Uitsteeksel
Afb. 2
Typische weergave van een bout in de
fundering
Laat de fundering enkele dagen uitharden voordat de
funderingsplaat wordt gesteld en met cementspecie
wordt opgevuld.
Stellen van het basisframe
Afb. 3
Het basisframe stellen en de pomp
waterpas maken
Basisframe
Ruimte voor
wiggen en
vulstukken
Ruwe
bovenzijde
van de fun-
dering
Mantelbuis