6.4 Installatiehoogte
De motor mag niet hoger dan 2000 meter boven
Voorzichtig
zeeniveau worden geïnstalleerd.
De installatiehoogte is de hoogte boven zeeniveau van de plek
waar de opstelling staat.
•
Motoren die tot 1000 meter boven zeeniveau opgesteld staan,
kunnen 100 % belast worden.
•
Motoren die meer dan 1000 meter boven zeeniveau opgesteld
staan mogen niet volledig belast worden vanwege de lagere
dichtheid en het daaraan verbonden lagere koeleffect van de
lucht. Zie afb. 14.
P2
P2
[%]
[%]
1
0.99
0.98
0.97
0.96
0.95
0.94
0.93
0.92
0.91
0.90
0.89
0.88
0
0
1000 1200 1400 1600 1800 2000 2200
Afb. 14 Verlaging van het uitgangsvermogen van de motor
(P2) in relatie tot de hoogte boven zeeniveau
6.5 Luchtvochtigheid
Maximale luchtvochtigheid: 95 %.
Als de luchtvochtigheid voortdurend hoog is en boven 85 % ligt,
dienen de aftaptules in de flens aan de aandrijfzijde open te zijn.
Zie paragraaf 4. Mechanische installatie.
6.6 Motorkoeling
Neem het volgende in acht om een goede koeling van de motor
en de elektronica te garanderen:
•
Installeer de motor op een zodanige wijze dat voldoende koe-
ling wordt gegarandeerd. Zie paragraaf 4.3 Motorkoeling.
•
De temperatuur van de koellucht mag niet hoger zijn dan
50 °C.
•
Houd de koelribben en de ventilatorbladen schoon.
16
7. Gebruikersinterfaces
Pompinstellingen kunnen door middel van de volgende gebrui-
kersinterfaces gemaakt worden:
•
Geavanceerd bedieningspaneel.
Zie paragraaf 8. Geavanceerd bedieningspaneel.
•
Grundfos GO Remote.
Zie paragraaf 9. Grundfos GO Remote.
Als de voedingsspanning naar de pomp wordt uitgeschakeld,
worden de instellingen opgeslagen.
Fabrieksinstellingen
TPE serie 2000 pompen zijn fabrieksmatig ingesteld op de regel-
modus met proportionele druk.
Zie paragraaf 10.4.1 Proportionele druk.
Altitude [m]
Hoogte [m]
Waarschuwing
Het product kan zo heet worden dat, om verbran-
ding te voorkomen, alleen de toetsen aangeraakt
dienen te worden.