Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Aanvullende Beveiliging; Aansluitklemmen - Grundfos TPE 2000 Series Installatie- En Bedieningsinstructies

Inhoudsopgave

Advertenties

5.3 Aanvullende beveiliging

5.3.1 Eenfase motoren
Als de motor is aangesloten op een elektrische installatie waarbij
een aanvullende beveiliging is toegepast in de vorm van een
aardlekschakelaar (ELCB of GFCI), dan moet de aardlekschake-
laar gemarkeerd zijn met het volgende symbool:
Aardlekschakelaar
(ELCB of GFCI)
Wanneer een aardlekschakelaar wordt gekozen,
moet rekening worden gehouden met de totale
N.B.
lekstroom van alle elektrische apparatuur in de
installatie.
De lekstroom van de motor kan worden gevonden in paragraaf
19.2 Lekstroom.
5.3.2 Driefasen motoren
Als de motor is aangesloten op een elektrische installatie waarbij
een aanvullende beveiliging is toegepast in de vorm van een
aardlekschakelaar (ELCB of GFCI), dan moet deze aardlekscha-
kelaar van het volgende type zijn:
De aardlekschakelaar moet geschikt zijn om lekstromen aan
te kunnen en met korte pulsvormige lekken in te schakelen.
De aardlekschakelaar moet de motor uitschakelen wanneer
AC-aardlekstromen of aardlekstromen met DC-component,
d.w.z. pulserende DC- en vlakke DC-aardlekstromen, optre-
den.
Voor deze motoren moet een aardlekschakelaar type B worden
gebruikt.
Deze aardlekschakelaar moet gemarkeerd zijn met de volgende
symbolen:
Wanneer een aardlekschakelaar wordt gekozen,
moet rekening worden gehouden met de totale
N.B.
lekstroom van alle elektrische apparatuur in de
installatie.
De lekstroom van de motor kan worden gevonden in paragraaf
20.2 Lekstroom.
Beveiliging tegen fase-onbalans
De motor moet zijn aangesloten op een voedingsspanning met
een kwaliteit conform IEC 60146-1-1, klasse C, om correct motor-
bedrijf bij fase-onbalans te garanderen.
Dit garandeert ook een lange levensduur van de componenten.
10
Aardlekschakelaar
(ELCB of GFCI)

5.4 Aansluitklemmen

De beschrijvingen van de klemmen in deze paragraaf gelden voor
zowel eenfase als driefasen motoren.
Voor maximale aandraaimomenten, zie paragraaf
22.1 Draaimomenten.
Het aantal klemmen is afhankelijk van de functionele module
(FM). De geïnstalleerde module kan worden geïdentificeerd aan
de hand van het typeplaatje van de motor. Zie afb. 8.
Typ
Type :
ype :
P.C. :
P.C. :
INPUT
INPUT
U
U
:
:
P.N. :
P.N. :
Serial no :
Serial no :
in
in
~
~
DE :
DE :
Env.Type :
Env.Ty y pe
p :
TEFC
TEFC
NDE :
NDE :
SF
SF
:
:
CL:
CL:
f
f
in
in
:
:
Wg g t :
Wgt :
kg g
kg
T
T
amb
amb
:
:
F
F
PF:
PF:
I
I
SF Amp
SF Amp p
:
:
A
A
I
I
1/1
1/1
:
:
Afb. 8 Identificatie van functionele module
VARIANT
Hp
Hp
PB
PB :
:
OUTPUT
VARIANT
P
P2
:
rpm
rpm
Hp
PB
:
FM
:
V
V
n max:
n
rpm
FM
:
Hz
Hz
Eff
Eff
:
HMI
:
Made in Hungary
HMI:
HMI
:
A
A
CIM
:
DK - 8850 Bjerringbro, Denmark
CIM :
:
CIM

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Tped 2000 series

Inhoudsopgave