5.4.1 Aansluitklemmen, standaard functionele module
(FM 200)
De standaardmodule heeft de volgende aansluitingen:
•
twee analoge ingangen
•
twee digitale ingangen of één digitale ingang en één open-col-
lector uitgang
•
Grundfos Digitale Sensor ingang en uitgang*
•
twee signaalrelaisuitgangen
•
GENIbus aansluiting.
* Geldt niet voor TPE, TPED serie 2000 pompen.
Zie afb. 9.
Digitale ingang 1 is fabrieksmatig ingesteld als
start/stop-ingang waarbij een open loop uitscha-
keling (stop) tot gevolg heeft. Fabrieksmatig is
N.B.
een doorverbinding aangebracht tussen klem-
men 2 en 6. Verwijder de doorverbinding als digi-
tale ingang 1 moet worden gebruikt als externe
start/stop of een andere externe functie.
Als voorzorgsmaatregel dienen de aders van de
onderstaande groepen aansluitingen over hun
N.B.
gehele lengte d.m.v. dubbele isolatie van elkaar
te worden gescheiden.
•
Ingangen en uitgangen
Alle ingangen en uitgangen zijn intern gescheiden van de
delen die de netspanning geleiden d.m.v. dubbele isolatie, en
elektrisch gescheiden van overige circuits.
Alle regelklemmen worden gevoed door extra lage veiligheids-
pannning (SELV), waardoor er bescherming tegen elektrische
schokken is.
•
Signaalrelaisuitgangen
– Signaalrelais 1:
LIVE:
Netspanningen tot 250 VAC kunnen op deze uitgang wor-
den aangesloten.
SELV:
De uitgang is elektrisch gescheiden van de overige circuits.
De voedingsspanning of de extra lage veiligheidsspanning
kan daardoor naar wens op de uitgang worden aangesloten.
– Signaalrelais 2:
SELV:
De uitgang is elektrisch gescheiden van de overige circuits.
De voedingsspanning of de extra lage veiligheidsspanning
kan daardoor naar wens op de uitgang worden aangesloten.
•
Netspanning (klemmen N, PE, L of L1, L2, L3, PE).
Een elektrisch veilige scheiding moet voldoen aan de eisen van
dubbele isolatie, inclusief kruipafstanden en openingen zoals
genoemd in EN 61800-5-1.
11