Digitale Ingangen/Uitgangen - Grundfos TPE 2000 Series Installatie- En Bedieningsinstructies
Verberg thumbnails
Zie ook voor TPE 2000 Series:
- Installatie- en bedieningsinstructies (35 pagina's) ,
- Installatie- en bedieningsinstructies (76 pagina's) ,
- Installatie- en bedieningsinstructies (98 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
10.7 Digitale ingangen
De beschikbare ingangen zijn afhankelijk van de functionele
module die in de pomp is aangebracht:
Functie (klem)
Digitale ingang 1, instel -
ling (2 en 6)
Digitale ingang 2, instel -
ling (1 en 9)
U kunt een digitale ingang instellen door de onderstaande instel-
lingen uit te voeren.
Functie
Kies één van de volgende functies:
Niet actief
•
Als de ingang is ingesteld op "Niet actief", heeft deze geen
functie.
Externe stop
•
Wanneer de ingang is gedeactiveerd (open kringloop) schakelt
de pomp uit.
Min. (min. toerental)
•
Wanneer de ingang is geactiveerd draait de pomp met het
ingestelde min. toerental.
Max. (max. toerental)
•
Wanneer de ingang is geactiveerd draait de pomp met het
ingestelde max. toerental.
Externe fout
•
Wanneer de ingang is geactiveerd wordt een timer gestart.
Als de ingang langer dan 5 seconden is geactiveerd, dan zal
de pomp worden uitgeschakeld en zal een storingsmelding
worden gegeven.
Alarm resetten
•
Wanneer de ingang is geactiveerd wordt een eventuele sto-
ringsmelding gereset.
Droogloop
•
Wanneer deze functie wordt geselecteerd, dan kan te lage
voordruk of watertekort worden gedetecteerd.
Wanneer te lage voordruk of watertekort (drooglopen) wordt
gedetecteerd, dan wordt de pomp uitgeschakeld. De pomp
kan niet opnieuw inschakelen zolang de ingang geactiveerd is.
Hiervoor is het gebruik van toebehoren nodig, zoals:
– een drukschakelaar die aan de zuigzijde van de pomp is
geïnstalleerd
– een vlotterschakelaar die aan de zuigzijde van de pomp is
geïnstalleerd.
Voorgedef. setpoint pos. 1 (geldt alleen voor digitale ingang 2)
•
Wanneer digitale ingangen als voorgedefinieerd setpoint wor-
den ingesteld, dan draait de pomp volgens een setpoint dat is
gebaseerd op de combinatie van de geactiveerde digitale
ingangen.
Zie paragraaf 10.12.2 Voorgedefinieerde setpoints.
De prioriteit van de gekozen functies ten opzichte van elkaar blijkt
uit paragraaf 15. Prioriteit van instellingen.
Een uitschakelcommando heeft altijd de hoogste prioriteit.
FM 200
FM 300
(standaard)
(geavanceerd)
●
●
-
●
10.8 Digitale ingangen/uitgangen
De beschikbare in-/uitgangen zijn afhankelijk van de functionele
module die in de pomp is aangebracht:
Functie (klem)
Digitale ingang/uitgang 3,
instell. (10 en 16)
Digitale ingang/uitgang 4,
instell. (11 en 18)
U kunt een digitale in-/uitgang instellen door de onderstaande
instellingen uit te voeren.
Modus
De digitale in-/uitgang 3 en 4 kunnen worden ingesteld als digi-
tale ingang of digitale uitgang.
Digitale ingang
•
Digitale uitgang.
•
Functie
De digitale in-/uitgang 3 en 4 kunnen worden ingesteld op de vol-
gende functies:
Mogelijke functies, digitale in-/uitgang 3
Functie indien ingang
• Niet actief
• Externe stop
• Min.
• Max.
• Externe fout
• Alarm resetten
• Droogloop
• Voorgedef. setpoint pos. 2
Mogelijke functies, digitale in-/uitgang 4
Functie indien ingang
• Niet actief
• Externe stop
• Min.
• Max.
• Externe fout
• Alarm resetten
• Droogloop
• Voorgedef. setpoint pos. 3
FM 200
FM 300
(standaard)
(geavanceerd)
●
●
-
●
Functie indien uitgang
• Niet actief
• Gereed
• Alarm
• Bedrijf
• Pomp draait
• Waarschuwing
Functie indien uitgang
• Niet actief
• Gereed
• Alarm
• Bedrijf
• Pomp draait
• Waarschuwing
25
Advertenties
Inhoudsopgave
