Analoge Ingangen; Pt100/1000 Ingangen - Grundfos TPE 2000 Series Installatie- En Bedieningsinstructies
Verberg thumbnails
Zie ook voor TPE 2000 Series:
- Installatie- en bedieningsinstructies (35 pagina's) ,
- Installatie- en bedieningsinstructies (76 pagina's) ,
- Installatie- en bedieningsinstructies (98 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
10.4.2 Constant drukverschil
De pomp handhaaft een constant drukverschil, onafhankelijk van
het debiet in het systeem. Zie afb. 20. Deze regelmodus is hoofd-
zakelijk geschikt voor systemen met relatief gering drukverlies.
H
Afb. 20 Constant drukverschil
Deze regelmodus vereist een in de fabriek geïnstalleerde of
externe drukverschilsensor of twee externe druksensoren zoals
weergegeven in de onderstaande voorbeelden:
Voorbeelden
• In de fabriek aangebrachte drukverschilsensor.
p
• Eén externe drukverschilsensor.
p
• Twee externe druksensoren.
p
p
p
Afb. 21 Constant drukverschil
10.4.3 Constante curve
De pomp kan worden ingesteld op bedrijf op basis van een con-
stante curve, zoals bij een ongeregelde pomp. Zie afb. 22.
Het gewenste toerental kan worden ingesteld in % van maximaal
toerental in het bereik van 25 t/m 100 % (110 %).
H
Afb. 22 Constante curve
24
10.5 Analoge ingangen
De beschikbare ingangen zijn afhankelijk van de functionele
module die in de pomp is aangebracht:
Functie (klem)
Analoge ingang 1, instelling (4)
Analoge ingang 2, instelling (7)
Analoge ingang 3, instelling (14)
U kunt een analoge ingang instellen door de onderstaande instel-
lingen uit te voeren.
Functie
De analoge ingangen kunnen worden ingesteld op de volgende
functies:
Q
Niet actief
•
Feedback sensor
•
Ext. setp.-beïnvl.
•
Zie paragraaf 10.12 Setpoint-beïnvloeding.
Andere functie.
•
Gemeten parameter
Selecteer een van de parameters, namelijk de parameter die
moet worden gemeten in het systeem door de sensor die is ver-
bonden met de actuele analoge ingang.
Eenheid
Beschikbare meeteenheden:
Parameter
Druk
Pompflow
Vloeistoftemperatuur
Andere param.
Elektrisch signaal
Selecteer signaaltype (0,5 - 3,5 V, 0-5 V, 0-10 V, 0-20 mA of
4-20 mA).
Sensorbereik, min. waarde
Stel de min. waarde van de aangesloten sensor in.
Sensorbereik, max. waarde
Stel de max. waarde van de aangesloten sensor in.
10.6 Pt100/1000 ingangen
De beschikbare ingangen zijn afhankelijk van de functionele
module die in de pomp is aangebracht:
Functie (klem)
Pt100/1000 input 1, instel -
ling (17 en 18)
Pt100/1000 input 2, instel -
ling (18 en 19)
Functie
De Pt100/Pt1000 ingangen kunnen worden ingesteld op de vol-
gende functies:
Niet actief
•
Feedback sensor
•
Ext. setp.-beïnvl.
•
Zie paragraaf 10.12 Setpoint-beïnvloeding.
Andere functie.
•
Gemeten parameter
Selecteer een van de parameters, namelijk de parameter die
Q
moet worden gemeten in het systeem.
FM 200
FM 300
(standaard)
(geavanceerd)
●
●
●
●
-
●
Mogelijke eenheden
bar, m, kPa, psi, ft
3
3
m
/u, l/s, yd
/u, gpm
°C, °F
%
FM 200
FM 300
(standaard)
(geavanceerd)
-
●
-
●
Advertenties
Inhoudsopgave
