9. Elektrische aansluiting
De elektrische installatie voor de
voedingsspanning moet volgens de geldende
normen van het land voor praktijkruimtes en
klinieken zijn uitgevoerd.
Bij elektrische aansluiting aan het voedingsnet
moet in de stroomkring een alpolige
scheidingsinstallatie (alpolige schakelaar of
alpolige leidingsbeschermschakelaar
(zekering) met tenminste 3 mm
contactopeningsgrootte worden ingebouwd.
Stroomkringscheiding: LS-schakelaar 16 A,
karakteristiek B, C en D volgens EN 60898
Een elektrische aansluiting aan de
voedingsspanning d.m.v. stekker
met randaarde of CCE-stekker is
niet toegestaan.
9.1 Gegevens van de aansluitkabels
100–110 V / 230 V / 400 V aansluitkabel
(netaansluiting, vast):
• NYM-J 3 x 1,5 mm² / 5 x 1,5 mm²
100–110 V / 230 V / 400 V aansluitkabel
(netaansluiting, flexibel):
voor het verbinden van de afzuigunit met de
stuurkast of de aansluitdoos dient een PVC-
slang:
H05 VV-F 5G1,5 mm² / 5G1,5 mm²
of een rubberslang:
H05 RN-F 3G1,5 mm² / 5G1,5 mm²,
H05 RN-F 3G1,5 mm² / 5G1,5 mm²,
gebruikt te worden.
Bij aansluiting van de VS 300 S hoeft de
diameter slechts 1 mm² te bedragen.
24 V stuurkabel, VS 600 + VS 900
lage spanning voor:
• slangenhouder
• plaatskeuzeventiel
• spittoonklep
Vaste leiding: (N)YM (St)-J 4 x 1,5 mm²
afgeschermde mantelleiding.
Flexibele leiding: PVC-datakabel LiYCY 4 x
1,0 mm² met afgeschermde mantel voor
telecommunicatie- en informatieverwerkings-
installaties of lichte PVC-stuurkabel met
afgeschermde mantel.
18
24 V Bedieningsleiding voor VS 300 S
Flexibele aanleg: PVC-dataleiding
LiYY 3 x 0,5 mm²
Best-nr. 9000-118-83
9.2 Stuurkast (VS 600 + VS 900)
De afzuigunits kunnen worden aangesloten via
een stuurkast, die bij sommige types wordt
meegeleverd. Bij afzuigunits die standaard
zonder stuurkast worden geleverd, is deze als
optie verkrijgbaar. De benodigde aansluit- en
schakelschema's zijn te vinden in de
montagehandleiding/gebruiksaanwijzing van
de stuurkast.
9.3 Aansluitingen in de
motorklemkast (VS 600 + VS 900)
Spanningsvoorziening van de bedieningskast
die loopt naar de betreffende klemmen in de
motorklemkast, aansluiten. De
aansluitschema's en schakelschema's
hiervoor, bevinden zich in de montage- en
gebruikshandleiding van de bedieningskast.