Montage
7. Installatie
7.1 Installatieruimte
• De ruimtetemperatuur mag niet lager zijn
dan 10 °C en niet hoger dan 40 °C. De
relatieve luchtvochtigheid mag maximaal
70% bedragen.
• Of installatie in een ruimte met een bepaalde
functie, bijv. een stookruimte, volgens de
bouwvoorschriften is toegestaan, dient
vooraf uitgezocht te worden.
• Installatie in vochtige ruimtes is niet
toegestaan.
• Bij de inbouw in de kast of machineruimte
moeten aanvoer- en afvoeropeningen
worden aangebracht, die minstens een vrije
doorsnede van 120 cm² hebben.
Bij onvoldoende ventilatie moeten een
ventilator worden ingebouwd, waarvan het
vermogen tenminste 2 m
bovendien moet een passende
luchtinvoeropening voor de koude lucht
aanwezig zijn.
7.2 Opstellingsmogelijkheden
• Op de praktijketage.
• In een geventileerde kast (bijv. Dürr PTS
105/195).
• In de Dürr behuizing (slechts VS 300 S)
in de verlenging van de behandelingsunit
via de vloeraansluitdoos
• Op een lager gelegen verdieping.
VS 300 S
Bij een installatie van de VS 300 S in de kelder
of soortgelijke vertrekken, moet de machine
op een sokkel of aan de wand op een hoogte
van 30 cm boven de vloer worden
aangebracht.
3
/min bedraagt,
7.3 Bevestiging van de afzuigunit
• Bij installatie op de vloer in combinatie met
een amalgaamafscheider dient er een
vloerconsole gebruikt te worden.
Als er een amalgaamafscheider
wordt geïnstalleerd, dient de
afzuigunit minimaal 20 cm
daarboven aangebracht te worden.
• Voor montage aan de wand wordt de Dürr-
wandhouder aanbevolen.
Informatie over de montage vindt u in
de montage-instructies die met de
vloerconsole en de wandhouder
worden meegeleverd.
7.4 Montage van een
overdruksysteem
• Bij de afzuigunits VS 600 en VS 900 is er in
combinatie met een amalgaamafscheider
een overdruksysteem vereist.
Wegens de grote vloeistofdoorstroom
van deze afzuigunits moet er tussen
de afzuigunit en de amalgaam-
afscheider een overdruksysteem
worden aangebracht, dat als er
spontaan grote hoeveelheden water uit
de unit worden afgevoerd, als buffer
fungeert.
Informatie over de montage vindt u in
de montage-instructies die met het
overdruksysteem worden
meegeleverd.
7.5 Spoeleenheid
Bij chirurgische werkzaamheden wordt voor
de zuiginstallatie een spoelunit aanbevolen,
die naar de zuiginstallatie bij het afzuigen een
kleine hoeveelheid water toevoert om
eventuele afscheidingen te verdunnen, zodat
die beter worden afgevoerd.
De spoelunit moet in de behandelingsunit
worden ingebouwd of in de buurt van de
zuigmachine zijn aangebouwd.
13