Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Reservewiel altijd oppompen tot de
bandenspanning bij maximale bela‐
ding.
De ECO-bandenspanning dient om
een zo laag mogelijk brandstofver‐
bruik te bereiken.
Een onjuiste bandenspanning beïn‐
vloedt de veiligheid, het weggedrag,
het rijcomfort en het brandstofver‐
bruik negatief en verhoogt de ban‐
denslijtage.
9 Waarschuwing
Een te lage bandenspanning kan
aanleiding geven tot oververhitting
van de banden en interne bescha‐
digingen, wat bij hoge snelheden
loslatende loopvlakken en zelfs
klapbanden kan veroorzaken.
Drukverliesdetectiesys‐
teem
Het drukverliesdetectiesysteem be‐
waakt continu het toerental van alle
vier de banden.
Wanneer een band aan spanning ver‐
liest, licht controlelamp w rood op.
Meteen stoppen en bandenspanning
controleren.
Controlelamp w 3 82.

Systeem initialiseren

Na correctie van de bandenspanning
of het verwisselen van een wiel, het
systeem eerst initialiseren: ontsteking
inschakelen, toets DDS ca.
4 seconden ingedrukt houden, con‐
trolelamp w knippert driemaal.
Verzorging van de auto
Profieldiepte
Regelmatig de profieldiepte controle‐
ren.
Om veiligheidsredenen de banden te
vervangen wanneer een profieldiepte
van 2–3 mm (4 mm voor winterban‐
den) is bereikt.
De wettelijk toegestane minimumpro‐
fieldiepte (1,6 mm) is bereikt wanneer
het profiel tot aan één van de slijtage-
indicatoren (TWI = Tread Wear Indi‐
cator) is afgesleten. De positie van de
slijtage-indicatoren wordt aangeduid
door merktekens op de zijwand van
de band.
167

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave