Klimaatregeling
Klimaatregelsystemen ............... 105
Luchtroosters ............................. 111
Onderhoud ................................. 112
Klimaatregelsystemen
Verwarmings- en
ventilatiesysteem
Bedieningsorganen voor:
■ Temperatuur
■ Luchtdebiet
■ Luchtverdeling
Verwarmbare achterruit Ü 3 32.
Temperatuur
rood bereik
= warm
blauw bereik = koud
Klimaatregeling
De verwarming werkt pas optimaal
als de motor op normale bedrijfstem‐
peratuur is gekomen.
Luchtdebiet
Luchtdebiet instellen door de ventila‐
torknop in de gewenste stand te zet‐
ten.
Luchtverdeling
M = naar de hoofdruimte
L = naar de hoofd- en voeten‐
ruimte
K = naar de voetenruimte
J = naar de voorruit, de voorste zij‐
ruiten en de voetenruimte
l = naar de voorruit en de voorste
zijruiten.
Tussenstanden zijn mogelijk.
Ruiten ontwasemen en
ontdooien
■ Draaiknop voor temperatuur in
hoogste stand zetten.
■ Luchtdebiet op hoogste stand zet‐
ten.
■ Luchtverdeelschakelaar op l zet‐
ten.
105