N41085
Verstuiver vervangen
Voorzichtig
• Gebruik voor deze procedure alleen lange doppen.
• Aansluitingen moeten totdat montage plaatsvindt worden afgeschermd.
• Ring (L1) heeft twee kleine gaten die 180
• Gooi de oude ring (L2) weg en breng een nieuwe ring aan op de nozzle.
N.B.: Als de verstuivers of inspuitleiding worden vervangen is het belangrijk dat de instelling van de stelschroef
van de brandstoftoevoer niet wordt gewijzigd. Na montage moet het maximaal onbelast toerental worden
gecontroleerd.
1.
Reinig de omgeving van de verstuiver die wordt verwijderd zorgvuldig.
2.
Verwijder de wartelmoeren van de hogedrukleiding van de verstuiver (L3) en van de brandstofinspuitpomp.
U mag de leiding niet buigen. Indien nodig moet u de leidingklemmen verwijderen.
3.
Verwijder de brandstoflekleiding (L4).
4.
Verwijder de verstuiver (L5) en de ring.
5.
Reinig en droog de buitendraad en binnendraad van de verstuiver en de cilinderkop.
6.
Breng een 2 mm druppel POWERPART universeel pijpafdichtmiddel, onderdeelnummer 1861117, aan
over een lengte van 6 mm op de eerste twee schroefdraadgangen van de verstuiver (L6).
7.
Monteer de verstuiver in de cilinderkop met een nieuwe ring (L2). Aanhalen tot 64 Nm 6,5 kgf m.
Voorzichtig:
• Als er brandstof lekt bij de wartelmoer, moet u controleren of de leiding correct is uitgelijnd met de inlaat
van de verstuiver.
• Draai de wartelmoeren van de hogedrukleidingen niet vaster dan het aanbevolen koppel, omdat dit
een vernauwing aan het uiteinde van de leiding kan veroorzaken. Dit kan gevolgen hebben voor de
brandstoftoevoer naar de verstuiver.
8.
Monteer de hogedrukbrandstofleiding en draai de wartelmoeren vast tot 23 Nm 2,3 kgf m. Breng
leidingklemmen aan, indien nodig.
9.
Vervang de afdichtringen (L1) en monteer de lekleiding. Draai de stelschroeven vast tot een koppel van
27 Nm 2,7 kgf m.
10. Ontlucht het brandstofsysteem.
11. Laat de motor lopen en controleer op brandstof- en luchtlekken.
De afbeelding laat zien dat de 422GM, de 422TGM en de 415GM soortgelijk zijn
van elkaar af liggen.
O
Hoofdstuk 4
Pagina 53
53