Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

N41085

Motor starten

Start de motor uitsluitend volgens deze procedure; deze is bedoeld om de motor en het milieu te
beschermen.
Verschillende factoren kunnen van invloed zijn op het starten van de motor, zoals:
• het vermogen van de accu's
• de prestaties van de startmotor
• de viscositeit van de smeerolie
• de installatie van een koudestartsysteem.
Een dieselmotor heeft een koudestarthulp nodig als deze in extreem koude omstandigheden wordt gestart.
Deze motor is standaard uitgerust met gloeibougies die slechts nodig zijn als de omgevingstemperatuur lager
dan -5
C is.
O
Voordat u de motor start, moet u volledig vertrouwd zijn met de bedieningsorganen en hun gebruik.
Voorbereidingen voor het starten van de motor.
1.
Controleer of de tank meer dan genoeg brandstof voor de reis bevat.
2.
Controleer of de brandstoftoevoerregeling (indien aanwezig) open staat.
3.
Controleer de hoeveelheid koelvloeistof in de radiateur.
4.
Controleer de hoeveelheid smeerolie in het carter.
Let op: Gebruik geen ether als startvloeistof.
De motor starten met optioneel bedieningspaneel - lokale bediening
Gebruik de volgende procedure om de motor te starten.
1.
Draai de bedieningsschakelaar van de motor (C4) naar de handmatige startstand (C3).
2.
Als de timer van de voorverwarming is geconfigureerd, wordt deze in werking gesteld. De startmotor
begint te draaien nadat de timer is afgelopen.
N.B.: Zodra de motor aanslaat wordt de startmotor uitgeschakeld en geblokkeerd.
3.
Als de motor niet start laat de regelmodule (C1) de startmotor voor een bepaalde periode afkoelen. De
startmotor start opnieuw nadat deze periode is verstreken.
N.B.: De fout "Motor start niet" wordt weergegeven na drie mislukte startpogingen en een LED-indicator begint
te knipperen. In dit geval moet de bedieningsschakelaar van de motor (C4) in de stand Stop/Reset (C2)
worden gezet. Stel vast waarom de motor niet is gestart alvorens het opnieuw te proberen.
4.
Nadat de motor is gestart wordt de timer van de storingsbeveiliging geactiveerd. Dit laat toe dat de motor
zich stabiliseert voordat het storingsbeveiligingssysteem wordt geactiveerd. Na afloop van de timer is de
storingsbeveiliging beschikbaar. De generatorbelasting naar de motor kan nu worden ingeschakeld.
Hoofdstuk 3
Pagina 41
41

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

422gm422tgm4.4gm4.4tgm4.4twgm4.4tw2gm

Inhoudsopgave