Hoofdstuk 5: Technische specificaties
Lus specificaties
Lus configuratie
Lus protocol
Isolatoren
Aantal lus melders
Elektrische kenmerken – maximum per lus
Weerstand
Capacitantie:
Specificaties van voedingsapparatuur
Netspanning
Frequentie netspanning
Netspanning
Maximum
Gemiddeld
CIE ingangsvoltage en spanning
(netspanning aan)
Voeding (netspanning aan)
CIE ingangsvoltage (netvoeding uit)
Maximum rimpelspanning bij volledige
belasting
Hoofdzekering
Typisch stroomverbruik centrale (geen
melders aangesloten)
Centrale met één lus
Centrale met twee lussen
Herhaal paneel
Typisch stroomverbruik uitbreidingskaart
Netwerkkaart
Lus kaart (geen belasting aangesloten)
20-groepen kaart
40-groepen kaart
Ruststroom (Imax a)
Alarmstroom (Imax b)
92
Klasse A of Klasse B
Kilsen
Ten minste één isolator per lus (wij raden één
isolator aan voor elke 32 melders)
250 max. (125 detectoren en 125 I/U -
modules/handbrandmelders)
250 mA bij 36 VDC (29 t/m 36 VDC)
52 Ω max. (26 Ω per kabel)
500 nF max.
240/110 V wisselstroom +10% -15%
50/60 Hz ±5%
1,5 A bij 240 V wisselstroom
3,15 A bij110 V wisselstroom
0,6 A bij 240 V wisselstroom
1,3 A bij 110 V wisselstroom
24 Vdc, 4 A
137 VA (24 Vdc, 4 A)
21 t/m 29 V gelijkstroom
150 mVpp
Opmerking: Rimpelspanning en ruis worden
gemeten bij een bandbreedte van 20 MHz met
behulp van een 12 inch TP-kabel, afgesloten met
een 0,1 µF en 47 µF parallelle capacitor.
T4A-250V bij 240 VAC
T4A-250V bij 110 VAC
180 mA bij 24 V gelijkstroom
250 mA bij 24 V gelijkstroom
110 mA bij 24 V gelijkstroom
50 mA bij 24 V gelijkstroom
120 mA bij 24 V gelijkstroom
12 mA bij 24 V gelijkstroom
14 mA bij 24 V gelijkstroom
2,5 A max. bij 24 Vdc
4 A max. bij 24 Vdc
Installatiehandleiding voor de KFP-AF Series-brandmeldcentrale