Hoofdstuk 3: Configuratie en inbedrijfstelling
alarmgebeurtenis schakelt de alarmstatus in voor de groep en de centrale. De
volledige alarmstatus wordt pas bevestigd nadat een tweede alarm wordt
gerapporteerd in dezelfde groep of in een geconfigureerde zone. Zie "Zone
Configuratie" op pagina 67 voor meer informatie over zones.
Bevestigingstypen voor groepsalarm en beschrijvingen worden hieronder getoond.
Tabel 31: Bevestigingstypen voor groepsalarmen
Optie
NML (standaard)
sD(A) (type A EN 54-2) Het alarm wordt bevestigd door dezelfde melder. Alarmen die door een
aDsZ (type A EN 54-2)
dDsZ (type A EN 54-2)
aDMsZ
aIMsZ
dMsZ
sD(B) (type B EN 54-2) Het alarm wordt bevestigd door dezelfde melder maar met een langere
aDaZ (type B EN 54-2)
dDaZ (type B EN 54-2)
aDMaZ
aIMaZ
dMaZ
66
Beschrijving
Er is geen bevestiging vereist.
handbrandmelder zijn gegenereerd worden niet bevestigd en activeren
onmiddellijk een centralealarm.
Het alarm wordt bevestigd door dezelfde melder of door een andere
melder in dezelfde lokale groep. Alarmen die door een
handbrandmelder zijn gegenereerd worden niet bevestigd en activeren
onmiddellijk een centralealarm.
Het alarm wordt bevestigd door een andere melder in dezelfde lokale
groep. Alarmen die door een handbrandmelder zijn gegenereerd
worden niet bevestigd en activeren onmiddellijk een centralealarm.
Het alarm wordt bevestigd door één handbrandmelder en één melder in
dezelfde lokale groep, ongeacht welke melder de alarmgebeurtenis als
eerste heeft gemeld.
Het alarm wordt bevestigd door één handbrandmelder en één
alarmactiverend apparaat in dezelfde lokale groep, ongeacht welke
melder de alarmgebeurtenis als eerste heeft gemeld.
Het alarm wordt bevestigd door twee verschillende handbrandmelders
in dezelfde lokale groep, ongeacht welke melder de alarmgebeurtenis
als eerste heeft gemeld. Een alarmmelding plaatst de groep in de alarm
mode.
vertragingstijd dan de sD(A)-bevestigingsoptie. Alarmen die door een
handbrandmelder zijn gegenereerd worden niet bevestigd en activeren
onmiddellijk een centralealarm.
Het alarm wordt bevestigd door dezelfde melder of door een andere
melder in dezelfde lokale zone. Alarmen die door een handbrandmelder
zijn gegenereerd worden niet bevestigd en activeren onmiddellijk een
centralealarm.
Het alarm wordt bevestigd door een andere melder in dezelfde lokale
zone. Alarmen die door een handbrandmelder zijn gegenereerd worden
niet bevestigd en activeren onmiddellijk een centralealarm.
Het alarm wordt bevestigd door één handbrandmelder en één melder in
dezelfde lokale zone, ongeacht welke melder de alarmgebeurtenis als
eerste heeft gemeld.
Het alarm wordt bevestigd door één handbrandmelder en één
alarmactiverend apparaat in dezelfde lokale zone, ongeacht welke
melder de alarmgebeurtenis als eerste heeft gemeld.
Het alarm wordt bevestigd door twee verschillende handbrandmelders
in dezelfde lokale zone, ongeacht welke melder de alarmgebeurtenis
als eerste heeft gemeld. Een alarmmelding plaatst de groep in de alarm
mode.
Installatiehandleiding voor de KFP-AF Series-brandmeldcentrale