Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Activering Van Uitgangsgroep - Kilsen KFP-AF Series Installatiehandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Tabel 37: Standaardconfiguratie centrale-uitgangsgroep
Groepsnummer
Type
1
SIGN
301
PUG
801
BGING
971
BDM
981
BA
991
ALARM [2]
992
STORING [2] Uitgangen worden geactiveerd wanneer de centrale zich in de
993
UIT [2]
994
TEST [2]
[1] Blusuitgangsgroepen worden alleen geactiveerd met EN 54 type C alarmbevestiging.
[2] Deze uitgangsgroepen zijn niet configureerbaar.
Ga als volgt te werk om een centrale-uitgangsgroep te configureren:
1. Selecteer Installatie setup in het hoofdmenu en selecteer vervolgens Uitgang
groepen.
2. Selecteer Zone Configuratie.
Er wordt een lijst met beschikbare uitgangsgroepen weergegeven. Druk op
F3 (Zoeken) om een uitgangsgroep te zoeken of te maken (indien niet
aanwezig). Druk op F4 (Verwijderen) om een uitgangsgroep te verwijderen.
3. Selecteer de te configureren uitgangsgroep.
4. Selecteer het type uitgangsgroep (SIGN, FR, FP, BGING of PUG).
5. Selecteer AAN (inschakelen), UIT (uitschakelen), UIT_D (uitschakelen in dag
mode) of UIT_N (uitschakelen in nacht mode) voor de optie Controle.
6. Voer een korte tekstomschrijving in voor de uitgangsgroep.
7. Druk op F4 (Enter) en vervolgens op F1 (Verlaten).
8. Druk op F1 (Onthouden), F3 (Toepassen), F4 (Verwijderen) of F2 (Verlaten).
Vergeet niet om de opgeslagen instellingen toe te passen vanuit het hoofdmenu.

Activering van uitgangsgroep

Uitgangsgroepen kunnen worden geactiveerd door:
Groepsactiering met vertragingen
Uitgangsgroepbevestiging voor specifieke uitgangen (EN 54-2 type C)
Logische regels (geconfigureerd via de het PC-configuratiehulpprogramma)
Installatiehandleiding voor de KFP-AF Series-brandmeldcentrale
Beschrijving
Signaalgevers en bewaakte uitgangen.
Onbewaakte relaisuitgangen. Deze uitgangen zijn
toegewezen aan deze groep tijdens autosetup.
Blusapparaat uitgangen. [1]
Doormeldingsuitgangen. Deze groep is alleen beschikbaar
voor centrales met de corresponderende
doormeldingsbediening.
Besturingsapparaatuitgangen. Deze groep is alleen
beschikbaar voor centrales met de corresponderende
besturingsapparaatbediening.
Uitgangen worden geactiveerd wanneer de centrale zich in de
alarmmode bevindt.
storingmode bevindt.
Uitgangen worden geactiveerd wanneer de centrale zich in de
uitschakelingsmode bevindt.
Uitgangen worden geactiveerd wanneer de centrale zich in de
testmode bevindt.
Hoofdstuk 3: Configuratie en inbedrijfstelling
73

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave