Hoofdstuk 3: Configuratie en inbedrijfstelling
Onderzoeksmode
Selecteer de optie Onderzoeksmode om een regionale onderzoeksmode te
definiëren voor de centrale. De beschikbare opties worden in de onderstaande
tabel getoond. De standaardinstelling is NEE (geen onderzoeksmode vereist).
Opmerking:
Voor onderzoeksmodes van doormelding geldt in het geval van een
aantal doormeldzones de uitgebreide vertraging alleen voor vertraagde groepen
wanneer het alarm wordt bevestigd door de gebruiker.
Tabel 42: Modes voor regionale onderzoekstijden
Instelling
NEE
(standaardinstelling)
Max_Bev_T
BAext-B-T
BAext-S-st [1]
[1] Signaalgeververtraging moet voor deze optie zijn geconfigureerd als 0 seconden
80
Beschrijving
Geen onderzoeksmode vereist.
Maximum bevestigingstijd.
De geconfigureerde onderzoekstijd start met aftellen wanneer de centrale
een melderalarm rapporteert.
Als het alarm gedurende de onderzoekstijd wordt bevestigd (door op de
knop Stop zoemer te drukken), zullen alle signaalgevers van de
doormeldvertraging volgens de configuratie worden verwerkt. Indien een
nieuwe groep een alarm rapporteert nadat de centrale is gestopt, start de
centrale een andere bevestingsperiode.
Indien het alarm niet wordt bevestigd gedurende de onderzoekstijd (door op
de knop Stop zoemer te drukken), worden de signaalgevers en doormelding
geactiveerd wanneer de geconfigureerde onderzoekstijd is verstreken.
Uitgebreide doormeldvertraging (typisch voor Scandinavië).
De geconfigureerde doormeldvertraging start met aftellen wanneer de
centrale een melderalarm rapporteert.
Als het alarm wordt bevestigd gedurende de geconfigureerde
doormeldvertraging (door op de knop Stop zoemer te drukken), wordt de
uitgebreide doormeldvertraging de actieve vertraging.
Als het alarm wordt bevestigd gedurende de geconfigureerde
doormeldvertraging (door op de knop Stop zoemer te drukken), wordt de
uitgebreide doormeldvertraging net geactiveerd.
Uitgebreide doormeldvertraging (typisch voor Nederland).
De standaard doormeldvertraging start met aftellen wanneer de centrale
een melderalarm rapporteert.
Als het alarm wordt bevestigd gedurende de geconfigureerde
doormeldvertraging (door op de knop Signaalgevers Aan/Stop te
drukken), wordt de uitgebreide doormeldvertraging de actieve vertraging.
Als het alarm wordt bevestigd gedurende de geconfigureerde
doormeldvertraging (door op de knop Signaalgevers Aan/Stop te
drukken), wordt de uitgebreide doormeldvertraging net geactiveerd.
Installatiehandleiding voor de KFP-AF Series-brandmeldcentrale