Hoofdstuk 3: Configuratie en inbedrijfstelling
Opmerking:
Deze optie is niet beschikbaar op herhaal panelen.
Een uitgangsgroep is een verzameling uitgangen van hetzelfde type dat gelijktijd
wordt ingeschakeld en uitgeschakeld (ze worden gelijktijdig aangestuurd).
Uitgangsgroepen worden aangeduid met een uitgangsgroepnummer.
De uitgangsgroepen van signaalgevers, doormelding en besturingsapparatuur
worden bediend (en hun status aangeduid) door de corresponderende
signaalgevers-, doormelding- en besturingsapparatuurknoppen en -LED's aan de
voorzijde van de centrale.
Programma uitgangsgroepen beschikken niet over knoppen of LED's aan de
voorzijde van de centrale, maar hun status wordt weergegeven op de LCD.
Er kunnen maximaal 300 uitgangsgroepen voor signaalgevers, doormelding,
besturingsapparatuur, blussen en programmering worden geconfigureerd
(afhankelijk van het groepstype).
Een uitgang wordt toegewezen aan een uitgangsgroep door het
corresponderende uitgangsgroepnummer toe te wijzen.
Configureerbare opties voor uitgangsgroepen zijn de volgende:
•
Het groepsnummer
•
Het type uitgang dat wordt gegroepeerd (signaalgevers, doormelding, enz.)
•
Activering (uitgeschakeld of ingeschakeld)
•
Een korte tekstomschrijving voor de uitgangsgroep
De standaardconfiguratie van de centrale-uitgangsgroep wordt hieronder in
Tabel 37 weergegeven. Uitgangen worden tijdens autosetup toegewezen aan de
standaard uitgangsgroepen (zie "Autosetup" op pagina 61).
72
Installatiehandleiding voor de KFP-AF Series-brandmeldcentrale