Type
Beschrijving
OPSL.
Opgeslagen activering. Een niet-vergrendelde conditie die geen indicaties
genereert maar alleen wordt opgeslagen in het gebeurtenis log.
DT
Detectoralarm.
Opmerking: dit type ingang kan worden gebruikt voor het aansluiten van
Brand1-uitgangen van rookaanzuigdetectoren.
HCP
Handbrandmelder alarm .
Opmerking: dit type ingang kan worden gebruikt voor het aansluiten van
Brand2-uitgangen van rookaanzuigdetectoren.
V Ala
Vooralarm (onvergrendeld).
Opmerking: dit type ingang kan worden gebruikt voor het aansluiten van
Actie-uitgangen van rookaanzuigdetectoren.
RHERS
Activering herstelt de centrale op afstand. Als u opnieuw wilt herstellen,
moet de ingang uit- en weer opnieuw worden ingeschakeld.
FOUT
Externe fout. Activering genereert een vergrendelde fout, die wordt
aangeduid als een externe fout.
DAG
Dag mode Wanneer deze ingang is geactiveerd, schakelt de centrale over
naar de dagmode tot aan de volgende geplande nachtmode (of totdat de
uitgang wordt gedeactiveerd).
NACHT
Nacht mode. Wanneer deze ingang is geactiveerd, schakelt de centrale
over naar de nachtmode tot aan de volgende geplande dagmode (of totdat
de uitgang wordt gedeactiveerd).
FOS
Open supervisie storingsmeldinguitgang. Door gebruik te maken van een
2010-FS-EOL einde lusmodule kan de centrale de open circuit-conditie van
de storingsmeldinguitgang controleren.
FRAK1
Bevestiging doormelding (type 1). De ingang krijgt bevestiging van de
externe centrale dat het doormeldsignaal correct is ontvangen. Als de
bevestiging niet binnen 100 seconden van de doormeldactivering wordt
ontvangen, rapporteert de centrale een doormeldingsfout.
FRAK2
Bevestiging doormelding (type 2). De ingang krijgt bevestiging van de
externe centrale dat het doormeldsignaal correct is ontvangen. Als de
bevestiging niet binnen 240 seconden van de doormeldactivering wordt
ontvangen, rapporteert de centrale een doormeldingsstoring.
BAPP1
Bevestiging besturingsapparatuur (type 1). De ingang krijgt bevestiging van
externe besturingsapparatuur. Als de bevestiging niet binnen 100 seconden
van de activering van de besturingsapparatuur wordt ontvangen,
rapporteert de centrale een besturingsapparatuurstoring.
BAPP2
Bevestiging besturingsapparatuur (type 2). De ingang krijgt bevestiging van
externe besturingsapparatuur. Als de bevestiging niet binnen 240 seconden
van de activering van de besturingsapparatuur wordt ontvangen,
rapporteert de centrale een besturingsapparatuurstoring.
BA_F
Besturingsapparatuurfout. Hiermee worden externe storingen in
besturingsapparatuur aangegeven.
FBFSD
FBF-signaalgevers uitschakelen. De ingang is geconfigureerd om te
communiceren met externe FBF-apparatuur voor het uit- of inschakelen
van signaalgevers.
UKSB
Britse schoolbel. Activering zorgt ervoor dat de signaalgevers een
schoolbel inschakelen.
Installatiehandleiding voor de KFP-AF Series-brandmeldcentrale
Hoofdstuk 3: Configuratie en inbedrijfstelling
69