Enveloppen in de printer plaatsen
U kunt maximaal 10 enveloppen per keer in de printer plaatsen.
Let op—Kans op beschadiging: gebruik geen enveloppen met sluitkoordjes en metalen klemmetjes of sluitingen.
1
Plaats de enveloppen in het midden van de papiersteun met de locatie voor de postzegel in de linkerbovenhoek.
2
Controleer het volgende:
•
De afdrukzijde van de enveloppen is naar u toe gericht.
•
De enveloppen die u gebruikt, zijn geschikt voor inkjetprinters.
•
De papiergeleiders zijn tegen de randen van de enveloppen geschoven.
Opmerkingen:
•
Gebruik geen enveloppen met gaten, perforaties, uitsparingen of reliëf.
•
Gebruik geen enveloppen met naar boven gevouwen plakranden.
•
Enveloppen moeten langer drogen. Verwijder afzonderlijke enveloppen zodra ze uit de printer komen en
laat ze drogen. Hiermee voorkomt u dat de inkt gaat vlekken.
Verwante onderwerpen:
•
"Enveloppen afdrukken" op pagina 13
Wenskaarten, indexkaarten, fotokaarten en briefkaarten in de
printer plaatsen
U kunt maximaal 25 wens-, index-, foto- of briefkaarten per keer in de printer plaatsen.
1
Plaats de kaarten met de afdrukzijde naar u toe in de printer.
2
Controleer het volgende:
•
De kaarten zijn in het midden van de papiersteun geplaatst.
•
De papiergeleiders zijn tegen de randen van de kaarten geschoven.
Opmerking: Fotokaarten moeten langer drogen. Verwijder afzonderlijke fotokaarten zodra ze uit de printer
komen en laat ze drogen. Hiermee voorkomt u dat de inkt gaat vlekken.
1
2
1
2
Afdrukken
8