2
Selecteer een printer in het lokale subnet of op een extern subnet.
•
De toepassing zoekt naar ondersteunde printers in het netwerk of printers die zijn aangesloten op de
computer.
•
Als u een bepaalde printer wilt selecteren op een extern subnet, voert u in het vak Zoeken op IP-adres het IP-
adres van de afdrukserver in waarop de printer is aangesloten en drukt u op return. Als u het IP-adres van de
afdrukserver niet kent, neemt u contact op met de persoon die het netwerk heeft opgezet.
•
Als u een extern subnet wilt doorzoeken op ondersteunde printers, voert u in het vak Zoeken op IP-adres een
IP-adres in dat hoort bij dat subnet en geeft u het subnetmasker op in CIDR-notatie, en drukt u op return. Als
u het IP-adres van de afdrukserver niet kent, neemt u contact op met de persoon die het netwerk heeft opgezet.
3
Selecteer in de lijst met printers de naam van de printer die u wilt gebruiken.
4
Klik op Selecteren.
Printer installeren op een netwerk
Volg de aanwijzingen voor de netwerkmethode die u wilt gebruiken. Controleer of het geselecteerde netwerk is
ingesteld en juist werkt, en dat alle relevante apparaten zijn ingeschakeld. Raadpleeg de netwerkdocumentatie of
degene die het netwerk heeft opgezet voor meer informatie over uw specifieke netwerk.
Printer installeren op extra netwerkcomputers
Als u de netwerkprinter installeert voor gebruik met meerdere computers op het netwerk, plaats u de installatie-cd
in elke extra computer en volgt u de aanwijzingen op het scherm.
•
U hoeft de verbindingsprocedure niet te herhalen voor elke computer waarmee u de printer wilt gebruiken.
•
De printer moet gemarkeerd worden weergegeven tijdens de installatie. Als er meerdere printers worden
weergegeven in de lijst, moet u de printer met het juiste IP-adres/MAC-adres selecteren.
De printer delen op een netwerk
U kunt als volgt instellen dat andere Macintosh-computers met Mac OS X 10.3 of hoger op uw netwerk een printer
kunnen gebruiken die is aangesloten op uw Macintosh-computer:
1
Klik op Apple-menu
2
Klik op Afdrukken en faxen.
3
Selecteer Deel mijn printers met andere computers op het tabblad Delen.
Opmerking: klik zo nodig op het slotje zodat u wijzigingen kunt aanbrengen.
4
Selecteer een of meer printers die u wilt delen met andere computers.
U kunt als volgt instellen dat Windows-computers op uw netwerk een printer kunnen gebruiken die is aangesloten
op uw Macintosh-computer:
1
Klik op Apple-menu
2
Klik op Afdrukken en faxen.
3
Selecteer Deel mijn printers met andere computers op het tabblad Delen.
Opmerking: klik zo nodig op het slotje zodat u wijzigingen kunt aanbrengen.
4
Selecteer een of meer printers die u wilt delen met andere computers.
Systeemvoorkeuren.
Systeemvoorkeuren.
Printer aansluiten op een netwerk
122