Faxtaken en aanverwante taken uitvoeren
LET OP—KANS OP ELEKTRISCHE SCHOK: Gebruik de faxfunctie niet tijdens onweer. Installeer dit product nooit
tijdens onweer en sluit nooit kabels, zoals het netsnoer of de telefoonlijn, aan tijdens onweer.
Faxen verzenden
Faxnummer opgeven
1
Selecteer op het bedieningspaneel de modus Faxen.
2
Geef een faxnummer op met:
Het tekstvak
Snelkeuze of groepskeuze
3
Verzend als volgt een fax naar een groep ontvangers (groepsfax):
a
Druk op
.
b
Herhaal stap 2 met een van de voorgaande methoden tot u maximaal 30 faxnummers hebt opgegeven.
Verwante onderwerpen:
•
"Bedieningspaneel gebruiken" op pagina 98
Geef een faxnummer op met het toetsenblok.
Opmerkingen:
•
U kunt een telefoonkaartnummer opnemen als onderdeel van het faxnummer.
•
U kunt maximaal 64 cijfers gebruiken.
•
Druk op Onderbreken/Opnieuw kiezen om een onderbreking van drie
seconden in te voegen in het nummer dat u opgeeft om te wachten op een
buitenlijnen of om verbinding te maken met een geautomatiseerd antwoord-
systeem.
a
Druk op Telefoonboek.
b
Geef een snelkeuzenummer of groepskeuzenummer op.
•
Druk herhaaldelijk op
groepskeuzenummer wordt weergegeven.
•
Geef met het toetsenblok het nummer van het snelkeuze-item (1-89) of
groepskeuze-item (90-99) op.
Opmerkingen:
•
Zie voor informatie over het toevoegen van snelkeuze- of groepssnel-
keuze-items met de computer "Snelkeuze instellen met de computer" op
pagina 66.
•
Zie voor informatie over het toevoegen van snelkeuze- of groepssnel-
keuze-items met het bedieningspaneel "Telefoonboek gebruiken" op
pagina 67.
Faxen
61
of
tot het gewenste snelkeuzenummer of