3
Druk de hendel van de cartridgehouder naar beneden om het deksel van de cartridgehouder te openen.
4
Verwijder de gebruikte inktcartridge uit de printer.
Opmerking: als u beide inktcartridges verwijdert, herhaalt u stap 3 en 4 voor de tweede inktcartridge.
Verwante onderwerpen:
•
"Inktcartridges installeren" op pagina 124
Inktcartridges uitlijnen
1
Plaats normaal of extra zwaar, mat papier in de printer.
2
Selecteer op het bedieningspaneel de modus Kopiëren.
3
Druk op .
4
Druk herhaaldelijk op
5
Druk op
.
6
Druk herhaaldelijk op
7
Druk op
.
8
Druk herhaaldelijk op
9
Druk op
.
Er wordt een uitlijningspagina afgedrukt.
Als u de cartridges hebt uitgelijnd om de afdrukkwaliteit te verbeteren, drukt u het document nogmaals af. Als de
afdrukkwaliteit niet is verbeterd, reinigt u de spuitopeningen van de inktcartridges.
Verwante onderwerpen:
•
"Spuitopeningen van de inktcartridges reinigen" op pagina 126
•
"Spuitopeningen en contactpunten van de inktcartridges schoonvegen" op pagina 127
•
"Inktcartridges beschermen" op pagina 128
•
"Afdrukkwaliteit verbeteren" op pagina 129
Spuitopeningen van de inktcartridges reinigen
1
Plaats normaal papier in de printer.
2
Selecteer de modus Kopiëren.
of
tot Hulpmiddelen wordt weergegeven.
of
tot Onderhoud wordt weergegeven.
of
tot Cartridges uitlijnen wordt weergegeven.
Printer onderhouden
126