3
Plaats de cartridge terug in de printer.
4
Druk op
om de inktcartridge uit te lijnen.
Zie voor meer informatie "Inktcartridges uitlijnen" op pagina 126.
N
IEUW PAPIER GEBRUIKEN
Plaats alleen normaal, ongemarkeerd papier in de printer als u de inktcartridge uitlijnt.
De uitlijningsfout kan optreden omdat eventuele markeringen op gebruikt papier mogelijk worden gelezen door
de printer.
Cartridgefout (1102, 1203, 1204 of 120F)
1
Verwijder de inktcartridges uit de inktcartridgehouders en sluit de deksels van de houders.
2
Trek de stekker van het netsnoer van de printer uit het stopcontact.
3
Steek de stekker van het netsnoer weer in het stopcontact.
4
Druk op
als de knop
5
Plaats de inktcartridges terug in de printer.
Als de fout niet opnieuw optreedt, is het probleem verholpen.
Als het probleem opnieuw optreedt, functioneert een van de cartridges niet correct. Voer de volgende procedure
uit om te bepalen welke cartridge niet correct functioneert.
1
Verwijder de inktcartridges uit de inktcartridgehouders en sluit de deksels van de houders.
2
Trek de stekker van het netsnoer van de printer uit het stopcontact.
3
Steek de stekker van het netsnoer weer in het stopcontact.
4
Druk op
als de knop
5
Plaats de zwarte of foto-inktcartridge terug in de printer.
6
Als de fout:
•
opnieuw optreedt, vervangt u de zwarte of foto-inktcartridge door een nieuwe cartridge;
•
niet opnieuw optreedt, plaatst u de kleureninktcartridge terug in de printer.
7
Als de fout opnieuw optreedt, vervangt u de kleureninktcartridge door een nieuwe cartridge.
Weinig zwarte inkt/Weinig kleureninkt/Weinig foto-inkt
1
Controleer de inktvoorraden en installeer zo nodig een of meer nieuwe inktcartridges.
Zie voor meer informatie over het bestellen van supplies "Papier en andere supplies bestellen" op pagina 131.
2
Druk op
om door te gaan.
niet brandt.
niet brandt.
Problemen oplossen
173