Printer aansluiten op een netwerk
Overzicht netwerk
Een netwerk is een verzameling apparaten zoals computers, printers, Ethernet-hubs, draadloze toegangspunten en
routers die met elkaar zijn verbonden voor communicatie via kabels of via een draadloze verbinding. Een netwerk
kan bedraad, draadloos of ingesteld zijn voor zowel bedrade als draadloze apparaten.
Apparaten op een bedraad netwerk gebruiken kabels om met elkaar te communiceren.
Apparaten op een draadloos netwerk gebruiken radiogolven in plaats van kabels om met elkaar te communiceren.
Draadloze communicatie met een apparaat is alleen mogelijk als een draadloze afdrukserver is aangesloten of
geïnstalleerd waarmee radiogolven kunnen worden ontvangen en verzonden.
IP-adres toewijzen
Een IP-adres kan door het netwerk worden toegewezen met DHCP. Met het printerobject, dat tijdens de installatie
wordt gemaakt, worden via dit adres alle afdruktaken over het netwerk verzonden naar de printer met dit adres.
Op veel netwerken kunnen IP-adressen automatisch worden toegewezen. Met autoconfiguratie voor IP-adressen
kunnen apparaten een uniek IP-ades aan zichzelf toewijzen. Op de meeste netwerken wordt DHCP gebruikt voor het
toewijzen van adressen.
Netwerkprinter selecteren
U kunt afdrukken of scannen met een netwerkprinter die is aangesloten op een lokaal of extern subnet.
1
Open de toepassing die u wilt gebruiken. U kunt het gedeelte voor netwerkselectie op twee manieren weergeven:
Toepassing
Lexmark Configuratie-assistent (tijdens installatie)
Takencentrum
Het gedeelte voor netwerkselectie verschijnt.
Procedure
a
b
a
b
c
d
Printer aansluiten op een netwerk
121
Installeer de printersoftware. Zie voor meer informatie
"Printersoftware installeren" op pagina 107.
Wanneer het venster Printer selecteren wordt weerge-
geven, selecteert u Externe printer in de keuzelijst.
Kies Bureaublad in de Finder en dubbelklik op de map
Lexmark X5400 Series.
Dubbelklik op het pictogram Lexmark X5400 Series
Takencentrum.
Selecteer in het menu de opties
Geavanceerd
Netwerktoegang voor scannen.
Het dialoogvenster Netwerktoegang voor scannen
wordt weergegeven.
Klik op +.