Reductor – Handboek met montagehandleiding
3.12 Montage van de koelslang op het koelsysteem
WAARSCHUWING
Lichamelijk letsel door drukontlading
•
Verricht alle werkzaamheden aan de reductor alleen bij een drukloos koelcircuit.
LET OP
Schade aan de koelslang
•
Verdraai de koppelingen niet tijdens de montage.
•
Aansluitleidingen of slangen onbelast monteren.
•
Ook na montage mogen geen externe krachten via de koppelingen op de koelslang kunnen
inwerken.
•
Vermijd dat er tijdens het bedrijf trillingen worden doorgegeven aan de koelslang.
Afbeelding 16: Koeldeksel
De koelslang is in het behuizingdeksel voorzien. Voor de in- en uitlaat van het koelmiddel zijn er
aansluitingen op het deksel van de behuizing met snijringschroefverbindingen volgens DIN 2353 voor
de aansluiting van een buis met een buitendiameter van 10 mm.
Verwijder voor de montage de afdichtpluggen van de aansluitingen en spoel de koelslang door zodat er
geen verontreinigingen in het koelsysteem kunnen komen. Verbind vervolgens de aansluitingen met het
koelvloeistofcircuit. De doorstroomrichting van de koelvloeistof is willekeurig.
3.13 Montage van de externe olie-/luchtkoeler
Informatie
Opmerking over de opstelling
De afstand van het koelaggregaat tot de dichtstbijzijnde muur moet minimaal 600 mm bedragen om
een optimale luchttoevoer te garanderen.
36
Toelichting
1
Koppeling met
snijringschroefverbindingen
2
Koelslang
3
Behuizingdeksel
B 1000 nl-3023