3.2.3 Opslag en stilstandsperiode van meer dan 9 maanden
Opslag voor 2 tot 3 jaar is mogelijk onder bepaalde voorwaarden. De opgegeven opslagduur is slechts
een richtwaarde. De werkelijk mogelijke opslagduur is afhankelijk van de plaatselijke omstandigheden.
Neem naast de volgende maatregelen ook de paragrafen 3.2.1 "Algemene maatregelen"en 3.2.2
"Opslag en stilstandsperiode van meer dan 3 maanden"in acht.
Reductoren kunnen gereed voor langdurige opslag worden geleverd. Deze reductoren zijn volledig
gevuld met een smeermiddel of bevatten een mengsel van VCI-anticorrosiemiddel en reductorolie. U
vindt de relevante informatie op een sticker op de behuizing.
Toestand van de motorreductor en de opslagruimte gedurende opslag voor lange termijn voor
de inbedrijfstelling:
•
Bewaar
de
reductor
temperatuurschommelingen.
•
Controleer of het afdichtkoord in de ontluchtingsschroef aanwezig is. Het mag niet worden verwijderd
tijdens opslag.
•
Bewaar de reductor in een droge ruimte. Bij een relatieve luchtvochtigheid van minder dan 60% kan
de reductor maximaal 2 jaar worden opgeslagen, bij een relatieve luchtvochtigheid van minder dan
50% tot 3 jaar.
•
Bescherm de reductor tegen beschadiging door insecten in tropische gebieden.
•
Aanbouwdelen van de reductor zoals motoren, remmen, koppelingen, riemaandrijvingen,
koelaggregaten moeten worden beschermd voor langdurige opslag in overeenstemming met hun
gebruiksaanwijzing.
Naast de in 4 "Inbedrijfstelling"vermelde voorbereidingen zijn de volgende maatregelen vereist:
•
Controleer de reductor op uitwendige beschadigingen.
•
Na een opslagtijd van meer dan 2 jaar of bij opslagtemperaturen buiten het toegestane bereik van
-5°C tot +40°C vóór inbedrijfstelling het smeermiddel in de reductor verversen.
•
Als de reductor volledig gevuld is, moet het oliepeil overeenkomstig de bouwvorm worden verlaagd.
Raadpleeg de informatie op het typeplaatje voor de hoeveelheid en het type smeermiddel.
•
Bij de optie met handmatige nasmering het lagervet vervangen na een opslagperiode van meer dan
2 jaar. De levensduur van het vet wordt verminderd na een opslagtijd of stilstand van de reductor
van meer dan 9 maanden (zie hoofdstuk 5.2.6 "Met vet nasmeren (optie: VL2, VL3, W, AI, AN)").
3.3 Voorbereidingen voor plaatsing
3.3.1 Controleren op schade
Controleer de levering meteen na ontvangst op transport- en verpakkingsschades. Kijk vooral naar
asafdichtingen en afsluitdoppen. Meld schades meteen aan het transportbedrijf.
Stel de aandrijving niet in gebruik als er schade is zoals bijv. zichtbare lekkages.
3.3.2 Anticorrosiemiddel verwijderen
De aandrijving werd voor het transport beschermd door anti-corrosiemiddelen op alle blanke
oppervlakken en assen.
Verwijder voor de montage het anticorrosiemiddel en eventuele verontreinigingen (bijv. verfresten)
grondig van alle assen, flens- en reductorbevestigingsvlakken.
B 1000 nl-3023
bij
een
temperatuur
3 Vervoer, opslag, montage
tussen
-5°C
en
+40°C
zonder
sterke
19