Inhoudsopgave
Advertenties
De dwarskracht dient zo dicht mogelijk bij de reductor te worden uitgeoefend. Voor aandrijfassen met
vrij aseinde (optie W) geldt de maximaal toelaatbare dwarskracht F
dwarskracht op het midden van de vrije astap. Bij uitgaande assen mag de radiale kracht F
zijn dan maat x
. Als de dwarskracht F
R2
wordt aangenomen dat de krachtuitoefening gecentreerd is op de astap.
Afbeelding 3: Toegelaten krachtoverbrengingen op de in- en uitgaande assen.
3.6 Montage
(Optie: B)
WAARSCHUWING
Risico op ernstig letsel
Als de schroefbevestiging van de koppelsteun tijdens bedrijf losraakt, slaat de reductor om de uitgaande
as.
Borg de schroefbevestiging tegen loskomen, bijv. met Loctite 242 of een tweede moer.
LET OP
Schade aan de reductor door axiale krachten
Bij ondeskundige montage kunnen de lagers, tandwielen, assen en behuizing worden beschadigd.
•
Gebruik een geschikte trekinrichting.
•
Sla de reductor niet op de as met een hamer.
Het monteren en latere demonteren gaat makkelijker, wanneer u op de as en de naaf van tevoren van
een dun laagje smeermiddel met een corrosiewerende werking (bijv. Nord Anti-Corrosion
art.nr. 089 00099) aanbrengt. Overtollig smeermiddel kan na montage ontsnappen en uiteindelijk
afdruipen. Dit uittredende vet is geen lekkage van de reductor. Reinig na een inlooptijd van ca. 24 uur
grondig de plekken op de aandrijfas.
B 1000 nl-3023
, maar geen afmeting x
R2
van
opsteekreductoren
3 Vervoer, opslag, montage
bij het uitoefenen van een
R1
is gespecificeerd op het typeplaatje,
R2
met
bevestigingselement
niet hoger
R2
23
Advertenties
Inhoudsopgave
