Verbinden met [Gemakkelijke verbinding]
De camera en een smartphone kunnen rechtstreeks met elkaar worden
verbonden via Wi-Fi.
Om de verbinding tot stand te kunnen brengen, moet u een aantal
handelingen op de smartphone uitvoeren. Raadpleeg de
instructiehandleiding van de smartphone voor meer informatie.
Handelingen op de smartphone-1
Handelingen op de camera-1
34
Installeer Camera Connect op de
1
smartphone
Selecteer [Communicatie-
2
instellingen].
Selecteer op het tabblad [54] de
optie [Communicatie-instellingen]
en druk vervolgens op <0>.
Selecteer [Ingebouwde
3
draadloze inst.].
Selecteer [Wi-Fi-functie].
4
Stel [Wi-Fi/NFC] in op [Inschakelen]
en selecteer vervolgens
[Wi-Fi-functie] (pag. 20).
Als een scherm voor het instellen van
een bijnaam (ten behoeve van
herkenning) verschijnt, geeft u een
bijnaam op (pag. 16).
Selecteer [q] (Verbinden met
5
smartphone).
.
(pag. 26)