Verbindingsinstellingen controleren,
wijzigen of verwijderen
Instellingen die op de camera zijn opgeslagen, kunt u controleren,
wijzigen en verwijderen. Als u instellingen wilt wijzigen of verwijderen,
verbreekt u eerst de verbinding.
140
Selecteer [Communicatie-
1
instellingen].
Selecteer op het tabblad [54] de
optie [Communicatie-instellingen]
en druk vervolgens op <0>.
Selecteer [Ingebouwde
2
draadloze inst.].
Selecteer [Wi-Fi-functie].
3
Stel [Wi-Fi/NFC] in op [Inschakelen]
en selecteer vervolgens [Wi-Fi-
functie] (pag. 20).
Selecteer het item waarvoor u de
4
instellingen wilt bekijken.
Gebruik <5> of <9> om een item te
selecteren en druk vervolgens op <0>.
Als u een item selecteert waarvoor er
geen instelling is opgeslagen, wordt het
scherm voor verbindingsinstellingen
weergegeven.
Wanneer u [w] selecteert, wordt er
een selectiescherm voor webservices
weergegeven. Afhankelijk van de
geselecteerde webservice wordt het
scherm [Verzenden naar]
weergegeven. Voor alle webservices
worden dezelfde instellingen
weergegeven.