Verbinden met een smartphone met NFC-ondersteuning
De apparaatnaam is
ingesteld op Camera
Connect
De instellingen voor verbinding met een smartphone zijn nu geconfigureerd.
Voor bedieningen na het instellen van een verbinding raadpleegt
u pagina 83.
Op het instellingenscherm van Camera Connect kunt u de apparaatnaam
weergeven en wijzigen.
32
Maak verbinding met de camera.
3
Wanneer de verbinding tot stand is
gebracht, verschijnt het hier links
weergegeven scherm op het LCD-
scherm van de camera. Wanneer
u verbinding maakt met dezelfde
smartphone, wordt dit scherm niet
opnieuw weergegeven.
Druk op de knop <B> om het aantal
weer te geven opnamen te selecteren.
Zie stap 7 op pagina 96 voor
aanwijzingen over hoe deze in
te stellen.
Selecteer [OK] en druk op <0>. Nadat
er een bericht is weergegeven, wordt
het scherm [qWi-Fi aan] weergegeven.
Het hoofdvenster van Camera Connect
wordt weergegeven op de smartphone.
Als u wilt terugkeren naar het menu,
drukt u op de knop <M>.