Stap 3: de belichting voorbereiden
In de onderzoeksruimte:
1. Breng de DR-detector in positie.
Als de bucky wordt gebruikt, controleert u of de identificatielabels op de
DR-detector en op de bucky overeenkomen. Gebruik geen DR-detector die
is bedoeld voor een andere bucky.
2. Positioneer de patiënt.
Pas indien nodig beschermingsmaatregelen tegen straling toe op de
patiënt.
3. Controleer of de positie van het röntgensysteem geschikt is voor de
belichting.
4. Zet de röntgenbuis op de juiste plaats ten opzichte van de DR-detector en
de patiënt.
5. Stel de juiste afstand in tussen de DR-detector en de röntgenbuis.
6. Schakel het licht op de collimator in. Pas zo nodig de collimatie aan.
Zorg dat het gecollimeerde gebied niet groter is dan de detector.
WAARSCHUWING:
Let aandachtig op de positie van de patiënt (handen, voeten,
vingers, enz.) om letsel bij de patiënt als gevolg van bewegingen
van de unit te vermijden. De handen van de patiënt moeten uit
de buurt worden gehouden van de mobiele componenten van de
eenheid. IV-canules, katheters en andere patiëntverbindingen
moeten van de bewegende apparatuur vandaan worden
gehouden.
DR 400 | Basiswerkschema | 77
3231D NL 20190902 1004