RF-communicatie
De veldsterkte van stationaire zenders zoals basisstations van radiotelefoons,
mobiele zendapparaten voor landelijke gebieden, amateurstations en AM- en
FM-zenders kan in theorie niet precies worden bepaald. Een onderzoek van de
locatie wordt aanbevolen om de elektromagnetische omgeving vast te stellen
ten gevolge van stationaire hoogfrequente zenders. Als de veldsterkte van het
apparaat het hierboven aangegeven testniveau overschrijdt, moet op elke
plaats van gebruik worden nagegaan of het apparaat normaal werkt. In geval
van een ongewone werking kunnen er aanvullende maatregelen noodzakelijk
zijn, zoals een heroriëntatie van het apparaat.
Dit apparaat is bestemd voor gebruik in een elektromagnetische
omgeving waarin de hoogfrequente stralingsstoringsvariabelen worden
bewaakt. De gebruiker van het apparaat kan elektromagnetische
storingen helpen te voorkomen door de minimumafstanden tussen
draagbare en mobiele hoogfrequente communicatieapparatuur
(zenders) en het apparaat te respecteren. De aanbevolen
veiligheidsafstanden op basis van het maximale uitgangsvermogen van
de communicatieapparatuur, worden hieronder vermeld. Zie ook het
gedeelte met de voorzorgsmaatregelen voor EMC.
Aanbevolen veilige afstanden tussen draagbare en mobiele hoogfre-
quente communicatie-apparatuur en het apparaat
Nominaal ver-
mogen van de
zender
W
0,01
Raadpleeg het gedeelte
'Immuniteit voor draad-
loze RF-communicatie-
apparatuur'
Veiligheidsafstand in overeenstemming met RF-emissie-
frequentie
m
150 kHz tot 80
MHz
d = 1,0
0,1
DR 400 | Productinformatie | 259
Storingen zijn moge-
lijk in de buurt van
apparaten die het vol-
gende symbool heb-
ben:
80 MHz tot 800
MHz
d = 0,3
0,05
800 MHz tot 2,7
GHz
d = 0,3
0,05
3231D NL 20190902 1004