DR 400 | Veiligheidsaanwijzingen | 67
Veiligheidsaanwijzingen voor het röntgensysteem
WAARSCHUWING:
Voorkom een overbodige dosering door vóór de belichting het
geselecteerde werkstation op de röntgengeneratorconsole te
controleren. In een configuratie waarbij een DR-detector
geconfigureerd is op een virtuele poort, zal de DR-detector niet
worden geactiveerd als er een vrije belichting wordt
geselecteerd op het bedieningspaneel van de generator en toch
zal de belichting worden toegestaan.
WAARSCHUWING:
Herhaaldelijke belichtingen van een patiënt met hoge dosissen
kan deterministische effecten veroorzaken. Daarom moeten de
instellingen van de belichting nauwgezet worden gekozen, in
overeenstemming met de patiënt en het voorwerp dat moet
worden belicht en zodanig in evenwicht dat de patiëntdosis zo
laag mogelijk is terwijl de beeldkwaliteit bruikbaar is voor
diagnose.
WAARSCHUWING:
Zelfs als de generator is uitgeschakeld, worden onderdelen in de
behuizing en aangesloten bedieningselementen nog steeds van
stroom voorzien! Zorg ervoor dat alleen getraind
onderhoudspersoneel de behuizing van de generator en van de
aangesloten apparatuur opent! Onjuiste handelingen kunnen
levensbedreigende situaties veroorzaken!
VOORZICHTIG:
Voorkom een overbodige dosering door vóór de belichting te
controleren of de schakelaar voor DR-detectors de naam van de
DR-detector weergeeft die u daadwerkelijk gaat gebruiken en of
de status van de DR-detector aangeeft dat deze klaar is voor
belichting.
VOORZICHTIG:
Bij het werken met de DR-detector mag de berekende
belichtingstijd (ms) of de handmatig ingestelde tijd nooit de
maximale belichtingstijd (Max ms) die als integratietijd van de
DR-detector is gespecificeerd, overschrijden.
VOORZICHTIG:
Beschadigd raster. Verminderde beeldkwaliteit. Ga voorzichtig
te werk met de rasters.
VOORZICHTIG:
Het is van groot belang dat bij het plaatsen van het
strooistralenraster het raster correspondeert met de bedoelde
bron-beeld-afstand (SID) waarop het rooster gefocust wordt.
3231D NL 20190902 1004