|
|
Nederlands
8
Reiniging en onderhoud
8
Reiniging en onderhoud
De volgende hulpmiddelen mogen niet worden gebruikt om de vaatwasmachine te reinigen:
– Hogedrukreinigers, stoomreinigers
– Chloor en andere zuurhoudende reinigingsmiddelen
– Metalen sponsen of staalborstels
– Schuurmiddelen of krassende reinigingsmiddelen
8.1
Vaatwasmachine tijdens de werking reinigen
8.2
Vaatwasmachine aan het einde van de werkdag reinigen
Energy-module reinigen
Dagelijks voor het ledigen van de vaatwasmachine bij vaatwasmachines met Energy-module of warmtepompmodule
1
44
3
|
89014556; Versie 3
2
Verluchtingsrooster reinigen
Ø Het verluchtingsrooster (1) aan de bovenkant verwijde-
ren en het in de vaatwasmachine wassen.
Ø Het verluchtingsrooster (1) monteren.
Aanzuigkanaal reinigen
Ø Kap openen.
Ø Het aanzuigkanaal (2) uitspuiten met warm water. Een
waterslang gebruiken, geen hogedrukreiniger.
Vetfilter reinigen
Ø Het vetfilter (3) verwijderen aan de voorkant en het in de
vaatwasmachine wassen.
Ø Het vetfilter (3) monteren.
|
Gebruiksaanwijzing PT-serie