11.2 Symptomen die geen storingen van het systeem zijn
11.2.1 Symptoom: Het systeem werkt niet
11.2.2 Symptoom: Koelen/verwarmen kan niet worden omgeschakeld
11.2.3 Symptoom: Ventileren is mogelijk, maar koelen en verwarmen werken niet
11.2.4 Symptoom: De ventilatorsnelheid stemt niet overeen met de instelling
11.2.5 Symptoom: De luchtstroomrichting stemt niet overeen met de instelling
REYQ8~20+REMQ5U7Y1B
VRV IV+ warmteterugwinning
4P561154-1B – 2021.02
De volgende symptomen zijn GEEN storingen van het systeem:
▪
De airconditioner start niet meteen nadat u op de AAN/UIT-knop van de
gebruikersinterface drukt. Als het bedrijfslampje brandt, is toestand van het
systeem normaal. Om overbelasting van de compressormotor te voorkomen,
start de airconditioner pas 5 minuten nadat hij werd uitgeschakeld. Deze
vertraging wordt ook toegepast na gebruik van de keuzeknop voor de
bedrijfsstand.
▪
Als "Onder gecentraliseerde besturing" op de gebruikersinterface staat, knippert
het display enkele seconden wanneer u op de werkingstoets drukt. Het
knipperende display betekent dat de gebruikersinterface niet kan worden
gebruikt.
▪
Het systeem start niet meteen nadat de voeding is ingeschakeld. Wacht één
minuut tot de microcomputer bedrijfsklaar is.
▪
(omschakeling onder gecentraliseerde besturing) op het display betekent
dat dit een slave-gebruikersinterface is.
▪
Wanneer de keuzeschakelaar koelen/verwarmen op de afstandsbediening is
geïnstalleerd en op het display
besturing) staat, betekent dit dat omschakelen koelen/verwarmen wordt
geregeld door de keuzeschakelaar koelen/verwarmen op de afstandsbediening.
Vraag uw dealer waar de afstandsbedieningsschakelaar is geïnstalleerd.
Onmiddellijk na het inschakelen. De microcomputer is nog aan het opstarten en
voert een communicatiecontrole uit met alle binnenunits. Wacht 12 minuten
(maximum) tot de microcomputer klaar is.
De ventilatorsnelheid verandert niet wanneer u op de instelknop voor de
ventilatorsnelheid drukt. Wanneer de kamertemperatuur bij het verwarmen de
ingestelde temperatuur bereikt, valt de buitenunit stil en gaat de ventilator van de
binnenunit over naar fluistersnelheid. Dit voorkomt dat koude lucht rechtstreeks
op de personen in de kamer wordt geblazen. De ventilatorsnelheid verandert niet
wanneer u op de knop drukt, zelfs niet wanneer een andere binnenunit verwarmt.
De luchtstroomrichting stemt niet overeen met het display van de
gebruikersinterface. De luchtstroomrichting zwenkt niet. Dit komt doordat de unit
door de microcomputer wordt bestuurd.
11
Opsporen en verhelpen van storingen
|
(omschakeling onder gecentraliseerde
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
45