19
|
Elektrische installatie
19.1.2 Lokale bedrading: Overzicht
19.1.3 Over elektrische bedrading
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
114
OPMERKING
ALLEEN van toepassing bij een driefasige voeding en als de compressor met een
AAN/UIT-startmethode werkt.
Als de mogelijkheid bestaat van omgekeerde polariteit na een kortstondige
stroompanne en het product gaat AAN en UIT tijdens de werking, sluit dan lokaal een
beveiligingscircuit tegen omgekeerde polariteit aan. Wanneer het product met een
omgekeerde fase wordt gebruikt, kunnen de compressor en andere onderdelen
schade oplopen.
Lokale bedrading bestaat uit:
▪
voeding (inclusief aarding),
▪
DIII-transmissiebedrading tussen communicatiebox en buitenunit,
▪
RS‑485-transmissiebedrading tussen communicatiebox en monitoringsysteem.
Voorbeeld:
a
d
b
B
i
j
c
a Lokale voeding (met aardlekbeveiliging)
b Hoofdschakelaar
c Aardingsaansluiting
d Buitenunit
e Binnenunit
f Gebruikersinterface
g BS-unit
h Keuzeschakelaar koelen/verwarmen
i Onderbreker
j Zekering
Voeding 3N~ 50 Hz
Voeding 1~ 50 Hz
Aardingsbedrading
De bedrading van de voeding en van de transmissie moeten afzonderlijk worden
gehouden. Deze bedradingen moeten altijd op minstens 25 mm van elkaar worden
gehouden om eventuele elektrische storingen te voorkomen.
OPMERKING
▪
Zorg ervoor dat de voedingskabel en de transmissiekabel van elkaar gescheiden
blijven. De transmissiebedrading en de voedingsbedrading mogen kruisen, maar
ze mogen niet parallel lopen.
▪
De transmissiebedrading en de voedingsbedrading mogen niet in contact komen
met de interne leidingen (behalve de inverter PCB-koelleiding) om te voorkomen
dat de bedrading beschadigd wordt door hete leidingen.
▪
Sluit het deksel stevig en schik de elektrische draden zodanig dat het deksel of
andere onderdelen niet loskomen.
Houd de transmissiebedrading buiten de unit samen met de lokale leidingen.
g
h
f
c
i
j
e
f
REYQ8~20+REMQ5U7Y1B
VRV IV+ warmteterugwinning
4P561154-1B – 2021.02