Inhoudsopgave 8.2.10 Symptoom: De airconditioners maken lawaai Inhoudsopgave (binnenunit, buitenunit) ..........15 8.2.11 Symptoom: De airconditioners maken lawaai (buitenunit) ..............15 8.2.12 Symptoom: Er komt stof uit de unit ......15 1 Over de documentatie 8.2.13 Symptoom: De units geven een geur af....... 15 Over dit document ..............
Voeding aansluiten..............35 Laatste herzieningen van de meegeleverde documentatie kunnen op 15.9 Isolatieweerstand van de compressor controleren....36 de regionale Daikin-website of via uw dealer beschikbaar zijn. 16 Configuratie De documentatie is oorspronkelijk in het Engels geschreven. Alle 16.1 Lokale instellingen uitvoeren ............. 36 andere talen zijn vertalingen.
2 Specifieke veiligheidsinstructies voor de installateur WAARSCHUWING WAARSCHUWING Neem voldoende maatregelen wanneer koelmiddel zou ▪ Als de voeding een ontbrekende of een verkeerde lekken. Verlucht de ruimte onmiddellijk als er koelgas lekt. nulfase heeft, Kan de apparatuur defect raken. Mogelijke risico's: ▪...
3 Veiligheidsinstructies voor de gebruiker Voor de gebruiker ▪ Units dragen het volgende symbool: Veiligheidsinstructies voor de gebruiker Leef de volgende veiligheidsinstructies en -voorschriften te allen tijde Dit betekent dat u GEEN elektrische en elektronische producten mag mengen met ongesorteerd huishoudelijk afval. Probeer het Algemeen systeem NIET zelf te ontmantelen: het ontmantelen van het systeem en het behandelen van het koelmiddel, van olie en van...
Pagina 8
3 Veiligheidsinstructies voor de gebruiker gezondheid van mensen die VOORZICHTIG overgevoelig zijn voor chemische Controleer na langdurig gebruik of de stoffen. staander en bevestiging niet beschadigd zijn. Bij beschadiging VOORZICHTIG dreigt de unit te vallen en letsel te Langdurige blootstelling van uw veroorzaken.
4 Over het systeem gas vrijkomen bij contact met vuur van Gebruikersinterface een brander, een verwarming of een VOORZICHTIG fornuis. ▪ Raak de interne delen van de controller NOOIT aan. Schakel alle verwarmingstoestellen ▪ Verwijder het voorpaneel NIET. Sommige onderdelen met verbranding uit, verlucht de ruimte in het toestel aanraken is gevaarlijk en kan problemen met het toestel veroorzaken.
6 Bediening ▪ Wanneer "omschakeling onder gecentraliseerde besturing" 6.2.5 Gebruik van het systeem (MET op het display knippert, zie "Over master-gebruikersinterface keuzeschakelaar koelen/verwarmen op de instellen" [ 4 12]. afstandsbediening) ▪ De ventilator kan mogelijk nog ongeveer 1 minuut blijven draaien Overzicht van de keuzeschakelaar koelen/verwarmen op de nadat het verwarmen is beëindigd.
6 Bediening ▪ De microcomputer bepaalt automatisch de temperatuur en de OPMERKING ventilatorsnelheid (kan niet worden ingesteld Schakel de voeding niet meteen uit nadat de unit is gebruikersinterface). gestopt, maar wacht minstens 5 minuten. ▪ Deze stand is niet mogelijk bij een lage kamertemperatuur (<20°C).
7 Onderhoud en service Master-gebruikersinterface Over het koelmiddel instellen Dit product bevat gefluoreerde broeikasgassen. Laat de gassen NIET vrij in de atmosfeer. 6.5.1 Over master-gebruikersinterface instellen Koelmiddeltype: R410A Waarde globaal opwarmingspotentieel (GWP): 2087,5 OPMERKING De geldende wetgeving met betrekking tot gefluoreerde broeikasgassen vereist dat de koelmiddelvulling van de unit wordt aangegeven zowel in gewicht als in CO equivalent.
8 Opsporen en verhelpen van storingen WAARSCHUWING Storing Maatregel Het systeem werkt wel ▪ Controleer of de luchtinlaat of -uitlaat van ▪ Wijzig, demonteer, verwijder, herinstalleer of repareer voor alleen ventileren, de buitenunit of de binnenunit niet de unit NIET zelf aangezien een verkeerde demontage maar stopt meteen bij geblokkeerd Verwijder...
8 Opsporen en verhelpen van storingen Hoofdcode Inhoud Hoofdcode Inhoud Storing transmissie tussen hoofdprintplaat en Systeem nog niet proefgedraaid subprintplaat (binnenunit) Defecte bedrading tussen binnen- en buitenunit Storing thermistor warmtewisselaar (binnenunit; Abnormale communicatie tussen gebruikersinterface vloeistof) en binnenunit Storing thermistor warmtewisselaar (binnenunit; gas) Defecte bedrading naar buitenunit/buitenunit Storing thermistor aanzuiglucht (binnenunit) Abnormale communicatie tussen hoofd- en...
9 Verplaatsen voorkomt dat koude lucht rechtstreeks op de personen in de kamer 8.2.11 Symptoom: De airconditioners maken wordt geblazen. De ventilatorsnelheid verandert niet wanneer u op lawaai (buitenunit) de knop drukt, zelfs niet wanneer een andere binnenunit verwarmt. De hoogte van het bedrijfsgeluid verandert. Dit geluid wordt veroorzaakt door de frequentiewijziging.
Over de doos Vloeistofleiding ▪ Aansluiting aan de voorkant 11.1 Over ID Øb maakt deel uit van het bredere engagement van Daikin om 12,7 ID Øa onze ecologische voetafdruk te verkleinen. Met willen we een 12,7 circulaire economie voor koelmiddelen creëren. Een van de acties om dit te bereiken, is het hergebruik van teruggewonnen ▪...
12 Over de units en opties buitenunit ontworpen verwarmen 11.5 Transportbeveiliging verwijderen omgevingstemperatuur van –20°C WB tot 15,5°C WB en te koelen (alleen voor 18+20 HP) bij een omgevingstemperatuur van –5°C DB tot 43°C DB. De transportbeveiligingen die de unit beschermen tijdens het 12.2 Systeemlay-out transport moeten worden verwijderd.
Werkingsbereik verwarmen 14~20 HP b Werkingsbereik Binnentemperatuur Buitentemperatuur Als de unit 5 dagen in deze omgeving met een hoge vochtigheidsgraad (>90%) moet werken, beveelt Daikin de 6× installatie van de optionele kit met een verwarmingslint (EKBPH012TA EKBPH020TA) afvoeropeningen vrij te houden.
14 Installatie van de leidingen NIET toegelaten OPMERKING Toegelaten ▪ Voorzie een waterafvoerkanaal rond de fundering om overtollig water rond de unit af te voeren. Bij 13.3 De buitenunit monteren verwarmen bij buitentemperaturen onder nul zal het afgevoerde water van de buitenunit bevriezen. Als u geen maatregelen neemt voor de afvoer van het water, 13.3.1 De installatiestructuur voorzien...
Pagina 20
14 Installatie van de leidingen E: Leiding tussen koelmiddelaftakkit of BS-unit en binnenunit De leidingdiameter voor rechtstreekse aansluiting op de binnenunit moet dezelfde zijn als de diameter voor de aansluitleiding van de binnenunit (wanneer de binnenunit een VRV DX-binnenunit of Hydrobox is).
14 Installatie van de leidingen 14.1.3 Koelmiddelaftaksets selecteren Patroon 1 Patroon 2 Koelmiddel-refnets Voor voorbeeld leidingen, "Leidingmaat selecteren" [ 4 19]. ▪ Wanneer als eerste aftakking vanaf de kant van de buitenunit een refnet-verbinding wordt gebruikt, kunt u deze kiezen uit de volgende tabel volgens de capaciteit van de buitenunit (voorbeeld: refnet-verbinding a).
14 Installatie van de leidingen OPMERKING >2 m >2 m >2 m Voorzorgsmaatregelen uitslaan uitbreekopeningen: ▪ Let op dat u de behuizing niet beschadigt. ▪ Na het uitslaan van de uitbreekopeningen, verwijdert u best de bramen en brengt u reparatieverf aan op de ≤2 m ≤2 m randen en de delen rond de randen om roestvorming te...
14 Installatie van de leidingen Om een Ø19,1~Ø25,4 mm afsluiter volledig te openen, draai de 14.2.4 Koelmiddelaftakset aansluiten zeskantsleutel tot een aanhaalmoment tussen 27 en 33 N•m is Raadpleeg de bij de set geleverde montagehandleiding voor de bereikt. installatie van de koelmiddelaftakset. Een verkeerd aanhaalmoment kan lekkage van het koelmiddel en ▪...
14 Installatie van de leidingen 14.2.7 Dichtgedraaide leidingen verwijderen WAARSCHUWING WAARSCHUWING Gas of olie die nog overblijft in de afsluiter kan de dichtgedraaide leiding wegblazen. Als deze instructies NIET goed worden nageleefd, kan er schade aan voorwerpen of persoonlijk letsel ontstaan Verwijder dichtgedraaide leiding...
14 Installatie van de leidingen ▪ De koelmiddelleiding controleren op lekken. Klep Stand van de klep ▪ Alle vocht, lucht of stikstof uit de koelmiddelleiding verwijderen Afsluiter hogedruk-/ Gesloten door middel van vacumeren. lagedrukgasleiding Als de koelmiddelleiding vocht kan bevatten (bijvoorbeeld water in OPMERKING de leiding), moet u eerst vacuümdrogen zoals hieronder beschreven De aansluitingen op de binnenunits en alle binnenunits...
14 Installatie van de leidingen 4 Afhankelijk van of u meteen koelmiddel wil vullen via de OPMERKING koelmiddelvulpoort of eerst een deel koelmiddel vooraf wil Schakel de voeding ten minste 6 uur voor gebruik IN om vullen via de vloeistofleiding, opent u de afsluiters van de de carterverwarming van stroom te voorzien en de buitenunit laat...
14 Installatie van de leidingen 14.4.3 Bepalen hoeveel koelmiddel toegevoegd moet worden INFORMATIE Neem contact op met uw plaatselijke dealer voor het finale aanpassen van de hoeveelheid koelmiddel in het testlaboratorium. OPMERKING De hoeveelheid koelmiddel in het systeem moet minder dan 100 ...
14 Installatie van de leidingen 14.4.4 Koelmiddel vullen: Stroomschema vullen" [ 4 30] voor meer informatie. "Koelmiddel Koelmiddel vooraf vullen Stap 1 p< p> Bereken hoeveelheid extra koelmiddel: R (kg) Stap 2+3 R410A • Sluit klep C, D en A • Open klep B naar de vloeistofleiding •...
Pagina 29
14 Installatie van de leidingen Koelmiddel bijvullen << Vervolg van vorige pagina R>Q Stap 5 p< p> • Sluit klep A aan op de koelmiddelvulpoort (d) • Open alle afsluiters van de buitenunit R410A Stap 6 Ga verder met automatisch of handmatig vullen Automatisch vullen Handmatig vullen Stap 6a...
14 Installatie van de leidingen << Vervolg van vorige pagina Vullen bij verwarmen Vullen bij koelen ("t22" opstartregeling) ("t02" opstartregeling) ("t23" wachten op stabiel verwarmen) ("t03" wachten op stabiel koelen) "t23" knippert "t03" knippert • Druk binnen de 5 minuten op BS2 •...
14 Installatie van de leidingen p < p > OPMERKING ▪ De koelmiddelvulpoort is aangesloten op de leiding in de unit. De interne leidingen van de unit zijn al in de fabriek gevuld met koelmiddel - sluit de vulslang dus voorzichtig aan.
15 Elektrische installatie INFORMATIE Code Oorzaak Oplossing Binnenunit die niet Zie de vereisten voor ▪ Wanneer tijdens de procedure een storing wordt compatibel is met de lekdetectie. gedetecteerd (bijv. een gesloten afsluiter), dan wordt lekdetectiefunctie een storingscode weergegeven. Zie in dat geval geïnstalleerd (bijv.
15 Elektrische installatie WAARSCHUWING Meerdere buitenunits Model (Ω) Minimum S Gebruik ALTIJD meeraderige kabel waarde (kVA) stroomtoevoerkabel. REYQ32 — 10781 REYQ34 — 11680 15.1 Over het voldoen aan de normen REYQ36 — 12399 inzake elektriciteit REYQ38 — 13495 Deze apparatuur is conform met: REYQ40 —...
15 Elektrische installatie 5~12 HP 14~20 HP Voorbeeld Combinatie van de REYQ30 met behulp van de REYQ8, REYQ10, en REYQ12. ▪ Minimum circuitampère van de REYQ8=16.1 A ▪ Minimum circuitampère van de REYQ10=22.0 A ▪ Minimum circuitampère van de REYQ12=24.0 A Hieruit volgt dat de minimum circuitampère van de REYQ30=16,1+22,0+24,0=62,1 A Vermenigvuldig het bovenstaande resultaat met 1,1: (62,1 A×1,1)=68,3 A, en de aanbevolen capaciteit van...
15 Elektrische installatie Aanhaalmoment voor de schroeven van de klemmen van de 15.7 Voeding routeren en bevestigen transmissiebedrading: OPMERKING Schroefmaat Aanhaalmoment (N•m) M3,5 (A1P) 0,8~0,96 Houd de aardingskabels op minstens 25 mm van de stroomdraden van de compressor. Anders kunnen andere units die op dezelfde aarding zijn aangesloten slecht TO IN/D UNIT TO OUT/D UNIT TO MULTI UNIT werken.
16 Configuratie 14~20 HP GEVAAR: GEVAAR VOOR ELEKTROCUTIE 16.1 Lokale instellingen uitvoeren 16.1.1 Over lokale instellingen Om verder te gaan met de configuratie van het VRV IV- warmteterugwinningssysteem, is een input naar de printplaat van de unit vereist. In dit hoofdstuk vindt u informatie over manuele inputs Voeding (380~415 V, 3N~ 50 Hz) door middel van de drukknoppen op de printplaat en de feedback op Zekering...
16 Configuratie 16.1.4 Stand 1 of 2 activeren Initialisering: standaardsituatie OPMERKING DS1 DS2 BS1 BS2 Schakel de voeding ten minste 6 uur voor gebruik IN om X27A de carterverwarming van stroom te voorzien en de MODE: Voor het veranderen van instelmodus compressor te beschermen.
16 Configuratie [1‑2] Geeft de status van de werking met stroomverbruikbegrenzing aan. Instellingen in stand 1 Activeer stand 1 (druk één keer op BS1) veranderen en selecteer de gewenste instelling. [1‑2] Beschrijving Druk hiervoor op BS2. Unit werkt momenteel niet met Druk één keer op BS3 om naar de stroomverbruikbegrenzing.
Pagina 39
16 Configuratie worden" [ 4 27] ▪ Zie "Bepalen hoeveel koelmiddel toegevoegd moet [2‑0] Beschrijving voor meer informatie over de berekening van de hoeveelheid Slave-unit voor koelen/verwarmen wanneer extra koelmiddel. buitenunits in meervoudige systeemcombinatie lekdetectiefunctie" [ 4 40] voor advies zijn aangesloten ▪...
Controleer of de zekeringen, de stroomonderbrekers of de Daikin Business Portal (authenticatie vereist). lokaal geïnstalleerde beveiligingen van het in het beveiligingen" [ 4 33]...
17 Inbedrijfstelling Leidingdiameter en leidingisolatie INFORMATIE Installeer leidingen met de juiste diameter en isoleer ze ▪ Het kan 10 minuten duren om het koelmiddel in een zoals voorgeschreven. uniforme toestand te krijgen voordat de compressor wordt gestart. Afsluiters ▪ Bij het proefdraaien kan het stromen van het Zorg dat de afsluiters aan zowel de vloeistof- als de koelmiddel of het geluid van een magneetklep goed gaszijde open zijn.
18 Aan de gebruiker overhandigen ▪ Toon aan de gebruiker wat te doen om de unit te onderhouden. 17.5 Correctie na abnormaal beëindigen van het proefdraaien Opsporen en verhelpen van Het proefdraaien is alleen voltooid als er geen storingscode op de gebruikersinterface of het 7-segmentendisplay van de buitenunit storingen staat.
Pagina 43
19 Opsporen en verhelpen van storingen Hoofdcode Subcode Oorzaak Oplossing Master Slave 1 Slave 2 Storing elektronische expansieklep Controleer aansluiting op printplaat of (bovenste warmtewisselaar) (Y1E) – actuator. hoofdprintplaat (X21A) Storing elektronische expansieklep Controleer aansluiting op printplaat of (onderste warmtewisselaar) (Y3E) – actuator.
Pagina 44
19 Opsporen en verhelpen van storingen Hoofdcode Subcode Oorzaak Oplossing Master Slave 1 Slave 2 Temperatuursensor - vloeistof hoofd Controleer aansluiting op printplaat of (R3T) – hoofdprintplaat (X30A) actuator. Temperatuursensor - onderkoeling Controleer aansluiting op printplaat of warmtewisselaar – vloeistof (R7T) – actuator.
Pagina 45
19 Opsporen en verhelpen van storingen Hoofdcode Subcode Oorzaak Oplossing Master Slave 1 Slave 2 Slechte bedrading naar Q1/Q2 of Controleer bedrading (Q1/Q2). binnenunit - buitenunit Communicatiestoring binnenunit Controleer aansluiting gebruikersinterface. Storingscode: slechte bedrading naar Controleer bedrading Q1/Q2. Q1/Q2 Te veel binnenunits aangesloten op F1/ Controleer aantal aangesloten F2-leiding binnenunits en totale capaciteit.
Technische gegevens Mogelijkheid 1 Mogelijkheid 2 ▪ Een deel van de recentste technische gegevens is beschikbaar a≥10 mm a≥50 mm — op de regionale Daikin-website (publiek toegankelijk). b≥300 mm b≥100 mm ▪ De volledige recentste technische gegevens zijn beschikbaar op c≥10 mm c≥50 mm het Daikin Business Portal (authenticatie vereist).
Pagina 47
20 Technische gegevens INFORMATIE Zie de technische data voor meer specificaties. REYQ8~20+REMQ5U7Y1B Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing VRV IV+ warmteterugwinning 4P546222-1B – 2020.10...
20 Technische gegevens Vulpoort / Servicepoort Voor 5~12 HP: Kleuren (zie hieronder). Afsluiter Voor 14~20 HP: Bij gebruik van het optionele accessoire, zie de montagehandleiding van het optionele accessoire. Filter Voor 14~20 HP: Kleuren (zie hieronder). Terugslagklep Symbolen: Drukveiligheidsklep Lokale bedrading Klemmenstrook Thermistor Connector...