8
|
Bediening
8.3 Gebruik van het ontvochtigingsprogramma
8.3.1 Over het ontvochtigingsprogramma
8.3.2 Gebruik van het ontvochtigingsprogramma (ZONDER keuzeschakelaar koelen/verwarmen
op de afstandsbediening)
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
30
Koelen
1 1
1
2 Druk op de AAN/UIT-knop van de gebruikersinterface.
Resultaat: Het bedrijfslampje licht op en het systeem begint te werken.
Stoppen
3 Druk opnieuw op de AAN/UIT-knop van de gebruikersinterface.
Resultaat: Het werkingslampje gaat uit en het systeem stopt.
OPMERKING
Schakel de voeding niet meteen uit nadat de unit is gestopt, maar wacht minstens 5
minuten.
Instellen
Zie de gebruiksaanwijzing van de gebruikersinterface voor informatie over het
programmeren van temperatuur, ventilatorsnelheid en luchtstroomrichting.
▪
Dit programma dient om de vochtigheid in uw kamer te verminderen met een zo
klein mogelijke temperatuurdaling (minimale kamerkoeling).
▪
De microcomputer bepaalt automatisch de temperatuur en de ventilatorsnelheid
(kan niet worden ingesteld met de gebruikersinterface).
▪
Deze stand is niet mogelijk bij een lage kamertemperatuur (<20°C).
Starten
1 Druk enkele keren op de keuzeknop voor de werkingsstand op de
gebruikersinterface en selecteer
2 Druk op de AAN/UIT-knop van de gebruikersinterface.
Resultaat: Het bedrijfslampje licht op en het systeem begint te werken.
3 Druk op de instelknop voor de luchtstroomrichting (alleen voor dubbelstroom,
multi-stroom,
hoek,
"8.4 Luchtstroomrichting
Verwarmen
1
1
1
(ontvochtigen).
plafondmontage
4
instellen" [
31] voor meer informatie.
Alleen ventileren
1 1
en
wandmontage).
REYQ8~20+REMQ5U7Y1B
VRV IV+ warmteterugwinning
4P561154-1B – 2021.02
Zie